11 FEBRUARI 1971 114 Ik herinner mij uit een vroegere periode dat ik wel eens met kilo's en ponden naar een ijkmeester gegaan ben; je betaalt dan 3, - de man slaat een nieuwe letter op het gewicht en je gaat weer met hetzelfde gewicht naar huis. Ik neem aan dat dit niet de bedoeling van de heer Van der Werff is geweest. In zijn volgende zin sprak hij dan ook over een bezinning op doel en inhoud van het subsidiebeleid. Daarbij stel de hij dat er niet zozeer met een rood potlood moet worden gewerkt, maar dat men moet herijken. Ik geef eerlijk toe dat ik in de afgelopen jaren in mijn sector wel met het rode potlood "heb gewerkt. Er is een aantal subsidies afgeschaft en het ministerie heeft onlangs voor de ge meente een aantal subsidies afgeschaft. Er valt op het ogenblik dus niet meer zo veel te herijken. Ik wil het dan ook meer zoeken in her structurering, in een samenbrengen van wat nog niet samengebracht is. Ik hoop dat de raad het met mij zeer vreugdevol heeft gevonden dat kortgeleden bijvoorbeeld de drie gezinszorginstellingen die er in Bre da waren in één nieuwe stichting zijn opgegaan. De heer VAN DER WERFF: Misschien is dat nu juist een voorbeeld van herijking, of van verrijking. Wethouder DE RAAFF: Ik hoop dat vele stichtingen en organisaties die op hetzelfde terrein werkzaam zijn met elkaar willen gaan samen werken, Subsidie verlenen duidt op het beschikbaar stellen van geld aan anderen. Wij stellen aan onszelf natuurlijk ook veel geld ter beschik king; wij doen zelf ook veel uitgaven. Ik meen dat wij het herijken niet moeten beperken tot de subsidies die wij verlenen, maar dat wij ook onze eigen uitgaven moeten ijken. Wij moeten trachten die concreet en exact vast te stellen per activiteit. Dat biedt een kosteninzicht en naar ik hoop een kostenbesef en voorts de mogelijkheid tot een werkelijk ver gelijken en afwegen. Doeltreffendheid van het overheidsapparaat is niet alleen een kwestie van gebouw waarover de heer Van der Werff gespro ken heeft; het is ook een kwestie van werkwijzen en procedures. Ook daaraan wordt gewerkt. U hebt van collega Broeders gehoord dat op het ogenblik een onderzoek wordt ingesteld naar de doeleinden van de diverse bedrijven en de onderlinge afstelling daarvan. Wij zijn begon nen met het college zelf. Het college neemt besluiten, maar hoe ko men die tot stand? Moeten die besluiten allemaal op die wijze tot stand komen en moeten al die verschillende fasen wel doorlopen worden? Dit is dus niet puur een kwestie van afschuiven of delegeren, want als wij bekijken of iets gedelegeerd kan worden is het ook een kwestie van pro- cedureonderzoek. Tenslotte heeft de heer Crul iets gezegd over een behoefte aan inspraak bij het uitvoerende personeel. Ik heb de indruk gekregen dat er in de sector personeel veel te doen is, maar het punt dat de heer Crul heeft genoemd zal zeker de nodige aandacht krijgen. Wethouder VAN DUN; Er is naar ik meen ten aanzien van de wet houders sprake van enige discriminatie. Collega Broeders kan met bult en gat op stap gaan, terwijl de heer De Raaff stelde niet te hoeven pra ten over dingen die niet aan de orde gesteld zijn. Ik meen dat de zaak met betrekking tot de wethouder die op het ogenblik aan het woord is anders is. Ik zou niet de moed kunnen opbrengen om niet te praten over dingen die wel aan de orde zijn geweest, en dat zijn er in de al gemene beschouwingen nogal wat geweest. Daarnaast is er nog een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 114