1173 18 OKTOBER 1971 De diskussies zijn gesloten, mijnheer Severens, maar wilt u nog een stemverklaring geven? De heer SEVERENS: Graag, mijnheer de Voorzitter. Uit het ant woord van de heer van Dun heb ik begrepen dat er toch een wezen lijk verschil in visie is tussen de opstelling van de raad nu en van het college. De VOORZITTER: Wilt u geen toespraken meer houden, mijnheer Severens, maar een stemverklaring geven? De heer SEVERENS: Het komt erop neer dat het college meent dat deze handelwijze achteraf toch te billijken is. Naar mijn me ning heeft de raad in hoofdzaak duidelijk uitgesproken dat de fun- deringsreduktieregeling niet juist is toegepast. Wat betreft het verkrijgen van een extra contingent woningen vraag ik mij met vele raadsleden af of dit niet op een onjuiste wijze heeft plaatsgevonden, waardoor waarschijnlijk andere steden benadeeld zijn geworden. De VOORZITTER: Mijnheer Severens, ik kan dit geen stemverkla ring noemen. Het spijt mij, maar er zijn twee termijnen geweest. Ik Kan dit nauwelijks accepteren, maar wanneer u een korte ver klaring kunt geven vind ik dat nog correct. Nu bent u bezig met een toespraak. De heer SEVERENS: Ik laat het dan bij de constatering, mijnheer de Voorzitter, dat er een wezenlijk verschil van visie is tussen de raad en het college ten aanzien van deze funderingsreduktieregeling. De heer VAN OS: Ik wil nog een korte stemverklaring afleggen. Ik heb groot bezwaar tegen uw stelling, dat de onjuiste toepassing van de funderingsreduktieregeling niet bewust heeft plaatsgevonden. Na alles wat er over gezegd is kan ik dat niet accepteren op dit moment. Conform het voorstel tot voorlopige vaststelling wordt besloten. 36. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VASTSTELLEN VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN. 37. PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE HERZIENING VAN HET BEZOLDIGINGSBESLUIT WETHOUDERS 1949 INZAKE VERHOGING VAN DE JAARWEDDEN DER WETHOUDERS EN INVOERING VAN EEN VAKANTIE-UITKERING. 38. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN AANVULLEND KREDIET TEN BE HOEVE VAN DE AANSCHAF DER INVENTARIS VOOR HET GE MEENSCHAPSHUIS OOSTERHOUTSEWEG 32. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achter eenvolgens conform de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1173