1178
18 OKTOBER 1971
Nijmegen, Maastricht en ook van Hilversum -- gedeputeerde staten
een constructie hebben goedgekeurd, die dan ook hier mogelijk zou
moeten zijn. Ik ben nu een aantal malen naar Den Bosch geweest
-- en ook de N. V. Sportfondsenbaden heeft daar een aantal gesprek
ken gevoerd -- maar van daaruit heeft men nog geen enkele glimp
van hoop op toestemming doen ontstaan, dat wij op deze weg kun
nen verder gaan. Mijn aktiviteiten liggen op dit moment dus stil,
omdat ik niet van plan ben meer kosten te maken. Ik kan u echter
wel de garantie geven dat wij -- wanneer wij op deze weg voort
gaan -- natuurlijk de beslissing aan de raad zullen voorleggen en
dat wij gebruik zullen maken van wat er tot op heden is gebeurd.
Na mijn contacten met de N. V. Sportfondsenbaden heb ik ook ge
sproken met de aannemer en de architect en ik ben met hen over
eengekomen, dat zij architect en uitvoerder zullen zijn, opdat de
kosten die nu gemaakt zijn niet verloren zullen gaan. In al mijn
gesprekken heb ik wel naar voren gebracht, dat ik er niet per se
vanuit ga dat het dit bad moet worden. Als ik een ander en goed
koper bad kan realiseren dat aan andere eisen zou voldoen, ben ik
bereid daarover na te denken en met die alternatieven eerst naar
het college te stappen en dan naar de raad te komen.
Mevrouw STOCKMANN: Uit het betoog van de heer Mans moet
ik constateren dat er twee plannen bestaan. Er blijkt een mogelijk
heid te zijn dat dit bad doorgaat, zoals oorspronkelijk gedacht was,
en tevens is er mogelijk één te realiseren met de N. V. Sportfondsen
baden. Ik heb eigenlijk nog geen antwoord gekregen op mijn vraag
hoe groot de kans is dat dit bad gerealiseerd wordt. Ik zou daarom
willen vragen waarom Gedeputeerde Staten meer geporteerd zou zijn
voor de Sportfondsenbaden dan voor het doorgaan aan dit bad.
De heer VAN MERKOM: De wethouder heeft nog één van mijn
vragen niet beantwoord. Wat is het resultaat wanneer wij dit voor
stel niet goedkeuren?
Verder blijf ik toch met een aantal moeilijke punten zitten, want
de wethouder stelde dat op een bepaald moment het plan vrij gauw
besteksklaar gemaakt moest.worden. Mijn vraag is dan of dit voor
die twaalfde maart niet is gebeurd. Die kostenraming of dat bouw-
krediet moet, naar ik aanneem, toch wel ergens op gebaseerd zijn.
Ook is nog niet goed naar voren gekomen wanneer die voorbereidings-
kosten ophielden.
Aan wethouder Mans zou ik eigenlijk meteen willen vragen of de
onderhandelingen met de N. V. Sportfondsenbaden eigenlijk geen con
sequenties hebben voor de ontwikkeling van het eerste plan. Ik meen
namelijk dat deze N. V. zelf ook nog enige hete hangijzers in het vuur
heeft hangen ten aanzien van bestaande plannen.
Wil de wethouder dan ook nog vermelden wanneer de goedkeuring
van Gedeputeerde Staten definitief niet kwam, als dat mogelijk is?
Wat moet er gebeuren wanneer wij dit voorstel niet aannemen?
De heer JANSEN: Ik onderschrijf al hetgeen de heer van Merkom
heeft gezegd. Ik vraag mij alleen nog af of wij -- wanneer wij dit
voorstel aannemen -- achteraf nog achterstallige kosten te betalen
zullen hebben. Verder hoop ik dat dit bad er vlug komt, hoe dan
ook.