1180 18 OKTOBER 1971 De heer van Merkom vraagt naar de consequenties voor het eerste plan. Hij stelt tevens vast, dat Sportfonxiseabadeii nogal wat eisen hebben. In vroeger jaren was de N. V. Sportfondsenbaden zelf ont werper en bouwer, maar .d.eze..situatie is nu voorbij, zodat de N.V. geen eisen stelt. De heer van Merkom zal begrijpen dat bij voortgang op deze weg de keuze beperkt zal worden door de reeds gemaakte kosten. Dit' heb ik ook in eerste instantie reeds gezegd. De VOORZITTER: Is men. bereid dit voorbereidingskrediet te vo teren De heer VAN MERKOM^ Mag ik een korte stemverklaring afleggen? De VOORZITTER;.. Dan. wilt u misschien heel kort zijn en er een echte stemverklaring.-v.an maken? De heer VAN MERKOM: De nood van het college in deze om inder daad aan derden het krediet ter beschikking te stellen kan ik wel be grijpen. Ik hoop wel in de toekomst voor ait soort voorstellen ge spaard te blijven. Wij zullen er dan nauwgezetter op moeten toe zien. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 40. MEDEDELING OVER DE STAND VAN ZAKEN M. B. T. DE REGIO- EN GEWESTVORMING. De VOORZITTER: .Dames en. heren. Ik wijs u erop dat afgelopen vrijdag nog een aanvulling is verzonden op deze mededeling onder nummer 345a. Ik zou het op prijs stellen wanneer u deze aanvulling ook bij de discussie zou willen betrekken. De heer SEVERENS: Onze fraktie is bijzonder ingenomen met de informaties en mededelingen die u ons hebt doen toekomen over de regio- en de gewestvorming. Wij vinden dat het erg belangrijk is, als u ook in de toekomst op ruime schaal en langs diverse kanalen deze informaties en mededelingen verder zou blijven verstrekken. Allereerst opdat zoveel mogelijk mensen -- met name de Bredase burgerij en die van de randgemeentes gelegenheid krijgen in toe nemende mate betrokken te worden bij de regio- en bij de gewest vorming. Vervolgens omdat daardoor ook duidelijk kan worden hoe de opstelling is van de diverse partners aangaande de ontwikkeling van deze regio- en gewestvorming. Uit ae inhoud van dit stuk valt toch wel op, dat eigenlijk weinig positieve resultaten zijn voortgevloeid uit de twee besprekingen op gewestelijk en op regionaal niveau. De tekst daarvan roept bij ons enige vragen op, waarover wij graag wat meer duidelijkheid zouden krijgen. Op de eerste plaats betreft dit uw informatie over de ge westvorming. Op pagina twee stelt u, dat men bij het overleg tot de conclusie is gekomen dat er allereerst getracht dient te worden een nauwkeurige analyse te doen van de vraagstukken die voor West- Brabant van belang zijn. Ik zou daarom concreet willen vragen wat er nu gedaan wordt aan die nauwkeurige analyse en binnen welk kader deze plaats vindt. Verder wordt op de tweede plaats op pagina

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1180