1194 1195 18 OKTOBER 1971. men op 2 september een aantal vage uitspraken heeft gedaan. Met uw dane toespraak heeft u dat nog eens onderstreept. Ik wil u echter toch nog een eens de bedoelingen van de regio Breda uiteenzetten. Op de eerste genh< plaats wilden wij een intensief contact met die twee-regio's, die toen en ac nog apart stonden en zelfs op dit moment nog niet zijn samengesmol- een 1 ten tot een eenheid. Wat wij eigenlijk vanuit de regio Breda heel sterk verbc hebben gepropageerd - ook op 2 september - is het treffen van voorbe- belar reidingen voor een gewest West-Brabant. Wij hebben hier al eerder ge- een i zegd, dat dat er niet de volgende week zal zijn, maar dat wij bewust in dede! die richting zouden willen zoeken. Dat is door Roosendaal en Bergen bant op Zoom afgewezen. Ik heb overigens niet zo'n verschrikkelijk groot kant geloof in de bestendigheid van die liefde. Helaas moet ik erkennen inzie dat de bedoeling van de regio Breda niet gelukt is, en u weet dat de zich2 conclusies een paar zeer eenvoudige, niet veel zeggende uitspraken te tre zijn geworden. Ik wil toezeggen dat de gemeenschappelijke regelingen, die in de pl de regio bestaan, bekend gemaakt zullen worden. Voor ons gebied ken- in de nen wij deze exact omdat ze op een grote lijst staan, die u zeker ver- plaat strekt kan worden. Ik moet echter eerst kijken wat er nu uit de regio en bi komt, maar dat wordt zeker een stuk dat ter visie kan worden gelegd. heer Ik wil nog eens nadrukkelijk stellen - mevrouw Van Nes heeft autoi er al over gesproken - dat de WEB geen geschikt orgaan is om die west- heb t brabantse belangen te behartigen. Bij een eerdere gelegenheid heb ik duidt daarvan de redenen al eens genoemd. Allereerst blijkt dit vanuit de bij d geschiedenis en de werkkracht van deze WEB, maar bovendien leent ten zich de hele samenstelling ervan niet voor een goede behartiging van s* tnisv de west-brabantse belangen. Dit is ook gebleken bij de hele structuur een s die wij nu in West-Brabant kennen. r® w< Tenslotte ben ik het met de heer Dees volstrekt eens, dat de ge- lijk meenten apart van alles kunnen willen en "op hun eigen eieren kunnen schu' zitten", zoals hij dat - met daarbij nog een nadere kwalificatie hier van - noemt. Vast staat natuurlijk, dat geen enkele gemeente in dit land ik w zijn eigen gang kan gaan. Anderzijds moet er ook rekening mee gehou- ik di den worden, dat een aantal gemeenten meent dat dit nog wel mogelijk de le is. heb De heren Kroon en Geene hebben nog gesproken over de ontwikke- vera: ling van Bergen op Zoom. De ontwikkelingen in die laatste plannen zijn hen wel zo omvangrijk te noemen, dat wij daarbij wel grote vraagtekens zou- Prak den moeten plaatsen. Zij zijn ook niet in overeenstemming met het a^-ee streekplan. Het ligt echter nu niet op mijn weg die grote vraagtekens hetre te plaatsen, maar ik waag het toch te stellen dat men bij een dergelijke had afwijking van het streekplan West-Brabant de verwezenlijking van dat gene plan wel naar het jaar 2000 kan verplaatsen. Dit heeft dan ook natuurlijk ™ees niets meer te maken met een ordentelijke planologie. Wel moet ik zeg- het gen dat ik het overigens begrijpelijk vind, dat een dergelijke gemeente u wi ook in de richting van Zeeland kijkt, want daar liggen een aantal be- Sen langen voor Bergen op Zoom die niet te ontkennen zijn. Deze situatie m geldt overigens voor ieder gewest en iedere regio: men heeft rekening w001 te houden met zijn buren. Als het goed zou zijn - maar dan spreek ik moe over een delta-provincie - zouden wij ook regelmatig contact moeten Wan hebben met bijvoorbeeld de Rijnmond en Rotterdam vanuit dit gebied. er ni Wij zullen ook proberen de relaties met Antwerpen, die in hetzelfde antw vlak liggen, zo goed mogelijk te doen zijn. antw Op twee zaken in het betoog van de heer Crul moet ik nog wat ste j duidelijker ingaan. Hij herinnerde mij allereerst aan een door mij ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1194