m 1198 119S 18 OKTOBER 1971 die schaalverkleining - het betrekken van burgerij en belangrijke maat- er ge schappelijke groeperingen - eigenlijk erg moeizaam van de grond komt. Het zou mijns inziens weer één kanaal zijn wanneer de plaatsvervangen- gers de leden eventueel bij dat vooroverleg betrokken zouden kunnen worden. ten 5 Dat moet uiteraard zonder stemrecht gebeuren en er zou misschien ook jS ge nog een juiste vorm voor gevonden moeten worden. Ik til echter niet en il zo zwaar aan de door u geformuleerde bezwaren. mij ook De heer CRUL: Ik geloof dat er geen verschil in benadering is van het probleem tussen het college en de raad. Ik proef alleen dat voor de ervaringen van het college met andere gemeenten totaal verschil- ontw len met onze ervaringen in het overleg met de P. T. T. -gemeenten. Wesi Wij vinden het belangrijk dat het contact met Etten-Leur plaats heeft. zien Aan de uitnodiging willen wij verder helemaal geen condities verbin- ren den. Wij zouden graag zien dat dit in het openbaar gebeurde en uit Ik d< uw antwoord valt wel op te maken dat u die suggestie waarschijnlijk wat wel zult doorgeven. paal Uw opmerkingen over de kwestie van de plaatsvervangers begrijp Raac ik niet helemaal en misschien is mijn betoog daarover niet helemaal Dit goed overgekomen. Er moeten mijns inziens lijnen liggen tussen de ook leden die vanuit deze raad afgevaardigd zijn en de fracties. Het is stuu daarom noodzakelijk dat de plaatsvervangende leden - de heer Seve- moe rens heeft het ongeveer in dezelfde woorden gezegd - volledig in alle erop overleg en dus ook in het vooroverleg betrokken worden. Dit zouden stan wij graag vanuit onze fractie zien. Het is dus niet de bedoeling om dat de gelegenheid te geven tot meer overleg tussen de fracties. er g nen De heer DEES: Allereerst zijn wij blij met uw toezegging van den de inventarisatie van de gemeenschappelijke regelingen, waar onze mis: fractie naar heeft gevraagd. Wij willen hier echter toch graag de sug- het gestie aan verbinden, dat u deze inventarisatie aan alle raadsleden dan toezendt. Wij geloven dat de problematiek van de gemeenschappelijke Wor< regelingen van een dergelijk ingewikkelde aard is, dat het nuttig is teer wanneer de raadsleden daarvan uitgebreid kennis kunnen nemen. van De heer Severens sprak nog over de mogelijkheid van de instel- nee ling van een onderzoekscommissie van deskundigen. Mijn fractie ziet in d daar op voorhand niet zoveel nut in. Wij zijn met u van mening, dat tref via de officiële bestuursniveaus de situatie niet al te veel geforceerd ten. moet worden. Tegen die achtergrond meen ik ook, dat mijn suggestie de j van impulsen via de politieke partijen gezien moet worden. Openin- zijr gen voor gewestvorming zijn op dit moment moeilijk te zien bij de iets bestuurlijke kanalen. Dit kan met de dag veranderen. Derhalve zie ik gee niet zoveel in zo'n speciale deskundigencommissie. Ik zie meer heil beti in de toegezegde structuurschets voor de bestuurlijke herindeling, zo als minister Geertsema die in de memorie van toelichting op de begro ting voor binnenlandse zaken heeft aangekondigd woc stre Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik wil nog wel even iets zeggen om- naar aanleiding van uw nadere uitleg van de mededeling. nog Wij gaan in tweede instantie toch wel akkoord met het voorstel der- van de heer Geene over de afvaardiging naar Etten-Leur. Het sprak mij eigenlijk bijzonder aan, wat de heer Von Schmid hierover zei. nog Wij moeten dat inderdaad zo informeel mogelijk houden en het zou den misschien inderdaad wat geforceerd zijn wanneer de mensen uit het me regio-overleg daarbij betrokken zouden worden. Naar ik aanneem in kunnen die natuurlijk toch altijd erbij gaan zitten om te horen wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1198