1217
11 NOVEMBER 1971
De heer VAN OS: Ik ben wat beschroomd als buitenstaander het
woord te voeren in vergelijking tot de twee ex-commissarissen, die
zojuist aan het woord waren. Het Turfschip zie ik als een vrucht
van de Bredase establishment.Het was beter wanneer die vrucht
ongeboren was gebleven, want wij zitten eigenlijk met een onge
wenst kind. Bovendien is dat kind nog tamelijk gehandicapt. Het
staat in een omgeving die een woestenij genoemd mag worden. De
leiding is op alle moeplijke manieren betutteld. Men neeft voort
durend gezeurd over de centen en er is helemaal niets gebeurd. Er
werd een enkel congresje en een enkel tentoonstellinkje gehouden
en daarmee was het bekeken. Daarmee was het Turfschip vol. Op
papier heeft het inmiddels zo jaren gedraaid.
Over het voorstel hoef ik weinig te zeggen, omdat het al zozeer
van commentaar is voorzien. Sprekend namens het PAK en D'66
hoef ik aan dat commentaar niets toe te voegen, want het voorstel
rammelt aan alle kanten.
Ons lijkt de doelstelling primair, want men moet weten wat men
met het gebouw wil doen. De heer van Loon heeft nu wat erg ver
in de toekomst gekeken en aan commissies en onderzoeken gedacht.
Morgen moet er echter ook iets gebeuren. Wij hebben de zaak --
eerlijk gezegd -- wat .op korte termijn bekeken. Wij hebben ons
voortdurend geörgerd .aan. het feit dat een op zichzelf genomen goed
gebouw zo slecht is gebruikt tot nu toe. Die steriliteit van het gebouw
moet ten koste van alles doorbroken worden. Natuurlijk zal voor de
doelstellingen een onderzoek moeten plaatsvinden naar de mogelijk
heden en kansen. Bij de gedachte aan congressen is het zelfs voor
ons al heel duidelijk, dat men bij het ontbreken van voldoende hotel
accommodatie moet denken aan ééndaagse congressen of congressen,
die zich binnen de regio afspelen. Bovendien moeten wij bij het over
denken van de doelstellingen in de gaten houden op wie de last van
het Turfschip rust. Dat is op de burgers van Breda, op niemand anders.
De bijdrage van het bedrijfsleven aan het Turfschip is een farce ver
geleken bij de lasten die de gemeente op haar rug heeft genomen.
De burger van Breda, betaalt dus het Turfschip. De heer van Loon
heeft dat trouwens in alle mogelijke cijfers voor andere instituten
in onze gemeente uitvoerig uit de doeken gedaan. Voor ons preva
leert dan ook dat de oplossing in ieder geval zo moet zijn, dat ook
die burger nog enig plezier aan dat Turfschip kan beleven.
Wij 'dachten dat het gebouw primair voor congressen en tentoon
stellingen gebruikt zou moeten worden, omdat het daarvoor naar aard
en inrichting uitstekend geschikt is. Dit is bij een vorige gelegenheid
reeds gezegd. Secundair dient het gebouw inderdaad -- zoals ook het
voorstel vermeldt -- te fungeren als gemeenschapsruimte voor sociaal-
culturele aktiviteiten. Dat is nu wel mooi gezegd, maar heeft ook
consequenties. Voor de inrichting zien wij op dit moment geen ge
volgen, want het hele gebouw is, zoals het nü is, voor alle mogelijke
zaken te gebruiken. Wel heeft dit consequenties voor de tarieven. Bij
congressen en tentoonstellingen heeft men te maken met een prijs die
elders in het land ook betaald wordt voor dergelijke zaken. Wij kun
nen hier dan wel de zaak fijn willen opschroeven, omdat wij zoveel
geld tekort komen, maar dan komt er geen hond meer binnen. Daar
mee bereiken wij dus helemaal niets. In een winkel die slecht loopt
moet men niet de prijzen verdubbelen, want dan komt er helemaal
niemand meer. Men is dus gewoon gebonden aan marktprijzen en
men moet zich daarvan terdege op de hoogte stellen. De accommo-