11 NOVEMBER 1971 1226 De heer CRUL: De heer Van Loon heeft al gezegd dat wij bijzon der weinig tijd van voorbereiding hebben gehad. Het PAK en D'66 heb ben daarom het stuk in drieën geknipt, zodat de heer Van Os, de heer Spanjer en ik elk een deel voor onze rekening nemen. Onze behande ling zal dus niet meer tijd kosten dan wanneer één van ons alles behan delen zou. Net als de heer Von Schmid ben ik ook wat geschrokken van de heer Van Loon. Tijdens zijn betoog dacht ik in de Tweede Kamer te zitten, want ik geloof dat deze zelfde problematiek ook daar aan de orde is en de regeringspartijen weten op deze zelfde manier hierover mee te praten. Ik zou enkele opmerkingen willen maken over de personeelsaspec- ten, de directie en de structuur van de N. V, Het is onze fracties opge vallen, dat u gisteren op 10 november als college bent gaan praten met het personeel. Wij begrijpen dit niet zo goed na uw antwoord op een vraag van de heer Spanjer of wij als raad met het personeel van het Turfschip zouden kunnen praten, want u zei toen dat dit niet mogelijk was en niet op uw weg lag. Misschien kunt u ons informeren over de argumenten hiervoor en over hetgeen aan de orde is geweest. Over de personeelsbezetting wordt heel verschillend geoordeeld. Ik heb zowel van de directie als van de raad van commissarissen de uitspraak gelezen dat de bezetting minimaal is. U als college trekt an dere conclusies en ik heb eigenlijk niet kunnen ontdekken op welke gronden. Ik neem aan dat directie en commissarissen ook wel eens een onderzoek hebben ingesteld naar dit aspect van de zaak. Voorts is mij opgevallen dat in het voorstel - dat in feite al door alle fracties op en kele na, die nog niet gesproken hebben, is afgewezen - practisch niet wordt ingegaan op voorstellen die vanuit de directie zelf zijn gedaan. Ik stel mij toch voor dat in een onderneming als het Turfschip ook de directie initiatieven heeft getoond en voorstellen heeft gedaan naar aanleiding van dit onderwerp. Graag zouden wij van u horen of u in derdaad dergelijke voorstellen hebben bereikt. Ten aanzien van het per soneel lijkt het ons van belang, of liever noodzakelijk, dat het zien bij de nieuwe doelstellingen betrokken voelt, willen wij deze waar maken. Uit de antwoorden op de vragen, die uit de gecombineerde afdelingsvergadering naar voren kwamen, blijkt dat tot nu toe op geen enkele wijze inspraak vanuit het personeel werd toegestaan. Wij zijn van oordeel dat hierin onmiddellijk verandering moet komen. Gaarne zouden wij dan ook van u willen weten of op de raad van commissarissen een dringend beroep gedaan kan worden om in het Turfschip een onder nemingsraad of een andere personeelsvertegenwoordiging in te stellen. Ook ten aanzien van de rechtspositieregeling is het personeel ongerust. Men zegt op bijna alle punten gelijkgesteld te zijn aan gemeenteamb tenaren, behalve ten aanzien van de afvloeiingsregeling. Wij zouden graag van u horen of de mogelijkheid bestaat het personeel dezelfde garanties te geven als het personeel van de gemeente. In het verslag van de vergadering d. d. 4 november van de per soneelsgroep uit het Turfschip staat een opmerking van een der perso neelsleden. Wethouder Broeders zou tegen hem gezegd hebben dat hij niet meer sociaal bewogen is na al die jaren als wethouder. Als die uitspraak is gedaan, vind ik het zeker van belang deze nog eens nader toegelicht te krijgen door de wethouder en wellicht is het voor nieuwe wethouders van belang te weten hoe hij tot zo'n uitspraak is gekomen. In de gezamenlijke afdelingsvergadering werd over de directie de volgende vraag gesteld: waarom is de raad voor een voldongen feit ge plaatst ten aanzien van de administrateur? Het college antwoordt op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1226