1229 11 NOVEMBER 1971 maken. Dit brengt met zich mee, dat wij de doelstellingen, de tari fering, de acquisitie, het directiebeleid en de horeca grondig zullen moeten doorlichten en herstructureren. Voor mij is het een vreemde zaak, dat u bij dit alles in uw voorstel de suggesties van de Culturele Raad niet of nauwelijks betrokken hebt. Hoewel alle mogelijkheden van multi-functioneel gebruik aanwezig zijn komen zij niet uit de verf. Hierbij zijn een flexibele tariefstelling en een goed functioneel acqui sitiebeleid nodig. Dit kunt u naar mijn mening wel onderschrijven. Slui ting van het Turfschip vind ik onverantwoord tegenover een gemeenschap, die tenslotte toch 8| miljoen gulden heeft geïnvesteerden ook gezien de mogelijkheid van het inbrengen van reeds bestaande voorzieningen. In de tarifering zou een zekere pluriformiteit mogelijk moeten zijn, opdat een optimaal functioneren van alle vormen die de gemeenschap ten goede komen hierin ook kan worden verdisconteerd. Een optimaal gebruik van het Turfschip zou dan mogelijk zijn. De tarieven zullen flexibeler moeten worden. De factor dat sommige gemeenschapsactivi teiten niet geheel rendabel zullen zijn, stuit bij mij niet op bezwaren. Belangrijker vind ik het uiteindelijke doel van het Turfschip: het dient ten volle voor de gemeenschap te worden benut. Bij de acquisitie lijkt mij een reorganisatie onontbeerlijk. Indien deze functie wordt toebedeeld aan de directeur zie ik een dergelijke reorganisatie niet verwezenlijkt worden. In het verleden is dit zelfs niet in mindere mate uit de verf gekomen. Het lijkt mij ook onjuist dat de ze taak bij die functie betrokken moet worden. Acquisitie moet je in je vingers hebben en het lijkt mij beter een bureau voor organisatie van tentoonstellingen en evenementen aan te trekken. Een zekere ga rantiestelling aan zo'n bureau lijkt mij billijk, terwijl men daarnaast zal moeten overgaan op een provisiesysteem. Dit zal de daadwerkelij ke pogingen tot verbeterde werkzaamheid alleen maar ten goede komen. Aan zo'n bureau zou ik ook graag een zekere bevoegdheid willen toe kennen, want wanneer men iets verkoopt moet men ook een zekere ma te van controle hebben op de uitvoering ervan. Indien dit niet gebeurt zal een dergelijke inschakeling vergeefse moeite zijn. In de directie en de raad van commissarissen zijn enkele mensen - ik wil hier geen enkele naam noemen - niet geschikt voor hun taak gebleken. Het komt mij bedenkelijk voor dat noch het college, noch de raad van commissarissen enige verandering in deze situatie nodig achten. Dacht u nu werkelijk dat zij in een andere structurele opzet beter geschikt zouden zijn voor hun taak dan in het verleden? Ik moet u zeggen dit niet mogelijk te achten, want zowel creatief als commer cieel zijn er grote tekortkomingen te constateren. De koppeling van het commissariaat aan de functie van raadslid c. q. wethouder kan ik niet onderschrijven. Mijns inziens moet worden gezocht naar meer deskundige personen, die ook de bereidheid hebben veel tijd te steken in deze voor de gemeenschap belangrijke zaak. Ver der lijkt het mij noodzakelijk, dat aan de raad kwartaalrapporten ge zonden worden over de financiële toestand zowel als over de prognoses. Ook het verpachten van de horeca vind ik geen weldoordachte zaak. Als ik de aanschafwaarde van meer dan 1 miljoen gulden bekijk en de mogelijkheden die hiermee zijn te bereiken, komt een bedrag van 90. 000, -- per jaar mij laag voor. Dit is nog niet eens 10 ren te van de aanschaf. Ik ben van mening dat bij een optimaal gebruik van het Turfschip deze sector boven verwachting kèn functioneren en eventueel lagere tarieven voor bepaalde gemeenschapsactiviteiten ruim schoots kan compenseren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1229