11 NOVEMBER 1971 1232 het woord waren geweest. Nu is dan een nogzittend commissaris aan het woord, zodat bij mijdie schroom nog veel groter is. Ik moet echter wel zeggen, dat ik niet spreek als commissaris, maar in mijn verant woordelijkheid als gemeenteraadslid. Zo wilde ik het duidelijk stellen. Bij de heer Crul en bij de heer Van Os - die zeer gedetailleerd inging op de kopies koffie die wel of niet verkrijgbaar waren - heb ik gemerkt, dat zij in zeker opzicht toch op de stoel van het bestuur van die N. V. zijn gaan zitten. De heer Crul doet dit wanneer hij uitvoe rig ingaat op de personeelszaken. Ik zou daarom willen zeggen dat ik aan deze heren die stoel van harte gun. Het voorstel van uw college, zoals het thans wordt aangeboden, is in overleg met de raad van commissarissen tot stand gekomen. Hoe wel dit overleg zich in eerste instantie voltrekt tussen leden van uw college en de gedelegeerd-commissaris, ben ik als lid van de raad van commissarissen nauw betrokken bij de voorgeschiedenis van het onder havige voorstel. De liquiditeitspositie.de slechte exploitatieuitkomsten, de teruglopende bezetting, de moeilijkheden in de directie, de perso neelsbezetting, de achtergebleven acquisitie enzovoort zijn sedert sep tember 1970 op alle vergaderingen van de raad van commissarissen lang durig onderwerp van discussie geweest en er is een groot aantal vergade ringen geweest. In overleg met de grootste aandeelhouder - in casu de gemeente - werd in april j.l. besloten tot een uitvoerig onderzoek, waarvan de resultaten werden vastgelegd in de bekende rapporten van de heren Franken en Schuurkes. Deze rapporten en de daarop volgende aanvullende studies zijn door de raad van commissarissen aanvaard en vormen ook nu debasis van dit voorstel. Het is zeker de grote verdien ste van deze rapportering, dat zowel voor de raad van commissarissen en de aandeelhouders als ook voor de gemeenteraad duidelijk werd aan getoond waar de fouten zitten en welke mogelijkheden de N. V. en haar bestuur hebben tot voortzetting van de exploitatie. Duidelijk is bovendien naar voren gekomen, dat deze mogelijkheden van de N. V, uitgaande van haar doelstelling onder de gegeven omstandigheden zeer beperkt zijn. Voortzetting van de exploitatie met de voorgestelde bezuinigingen, af stoting van de horecasector gepaard gaande met een betere service, in tensivering van de acquisitie, uitbreiding van de gemeenschapsactiviteiten en doorlichting van het personeelsbestand zijn in feite de enige mogelijk heden waarover de N. V. en haar bestuur beschikken. Hierbij is uitge gaan van het gegeven dat het Turfschip in Breda en de regio niet meer is weg te denken, doch wel degelijk onder goede leiding een duidelijke functie heeft. Dit wordt ook duidelijk gesteld in het preadvies onder c, laatste alinea, op pagina 4. Hierbij wil ik nog opmerken, dat ook naar mijn mening de economische inbreng een gegeven van groot be lang voor de stad Breda is. De kritiek op dit voorstel, die zowel in deze vergadering is geuit als in de behandeling in drie daartoe aangewezen afdelingen, richt zich - als ik het goed zie en beluister - in hoofdzaak tegen het ontbreken van een toekomstvisie ten aanzien van de bezetting, mede in verband met het ontbreken van meer uitgewerkte gegevens over de voorgestelde uitbreiding van de gemeenschapsactiviteiten. Men is algemeen van me ning, dat deze uitbreiding noodzakelijk is, doch men verschilt van me ning over de wijze waarop dit gerealiseerd moet worden. Zowel in het advies van de Culturele Raad als tijdens de afdelingsvergadering zijn enkele suggesties gedaan, die allen naar mijn smaak nadere overweging ten volle waard zijn. Het meest ver gaan wel de suggesties, die aanbe velen te komen tot een integrerend beleid met Stadsschouwburg en Beyerd zoals door de heer Van Loon in deze vergadering weer zeer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1232