1235 11 NOVEMBER 1971 Ik wil met de raad afspreken dat de vergadering van vanavond niet mag lijken op een vergadering van de raad van commissarissen of de aandeelhouders van het Turfschip, omdat dit een raadsvergade ring van de gemeente Breda is. Ik zeg dit omdat het college deze zaak vanuit deze optiek zal benaderen. Zaken die bestemd zijn voor de raad van commissarissen of de vergadering van aandeel houders zullen door het college niet ter sprake worden gebracht. Een aantal sprekers is vanavond in de historie gedoken. Hoewel ik het eens ben met een ieder die gezegd heeft dat het perspectief belangrijker is dan het verleden, wil ik toch eveneens even terug gaan naar dat verleden. Het zal een ieder bekend zijn dat Het Turf schip op 21 november 1961 opgericht is, nadat in de raadsvergadering van 12 juli 1961 met één stem tegen door de raad besloten werd het Turfschip op te richten. In 1961 was men gaarne bereid het risi co van het Turfschip te aanvaarden en de raad in zijn geheel steun de enthousiast het voorstel van het college. De raad stelde het col lege zijn medewerking in het vooruitzicht bij het bereiken van het estelde doel. De ene tegenstem was merkwaardigerwijs de stem van e heer Kroon, welke nu de als enige overgebleven commissaris van de gemeente is in het college van commissarissen van het Turfschip. De heer Kroon stemde tegen omdat hij van mening was dat de raad een groot risico zou nemen bij het aanvaarden van dit voorstel. Hij stelde in 1961 dat de raad met het budget van de gemeente meer dan ooit voorzichtig moest zijn. In de periode van 1961 tot 1967 kreeg het Turfschip in de ge dachten gestalte. Te beginnen bij de stichtingskosten van 1,2 mil joen had het de typische gewoonte elk jaar 1 miljoen duurder te worden, zodat de stichtingskosten in 1967 -- voor het concept -- ruim 7,5 miljoen bedroegen. De motivering in 1962 was het idee van het Mehrzweckgeb&ude -- een gebouw dat voor meer dan één doel bestemd kan worden -- en die uitbreiding van doelstelling verhoogde de stichtingskosten met meer dan 3 miljoen. De ove rige verhogingen tot uiteindelijk f 7,5 miljoen zijn toe te schrijven -- voor zover dat is na te gaan -- aan normale kostenstijgingen. In 1967 startte men met de bouw van Het Turfschip. Het zou een gebouw van 8, 7 miljoen worden. De huidige situatie is die van een Turfschip dat, losgemaakt van het civic-centre, alleen staat te zijn, triest lonkend naar het Bredase publiek. Er is een jaarlijks verlies van ruim 1 miljoen. Het college van commis sarissen is onderhevig aan een "sneeuwbaleffect": toen de zaak verder rolde werd het groter en als het wat heet wordt, wordt het kleiner. Er is een driehoofdige directie, die in haar optreden het bestaan van drie Turfschepen zou rechtvaardigen, ware het niet dat wij met één Turfschip al moeite genoeg hebben. Het Turfschip biedt op dit moment werkgelegenheid aan 29 mensen. Het opereert zonder zicht op taakstelling of marktonder zoek en dit alles gebeurt in een tijd van vergrote concurrentie. Het is wellicht interessant te vertellen dat in de periode 1964-1970 de capaciteit van erkende congresplaatsen in Nederland van 2.500 tot 12.500 stoelen gestegen is, terwijl de ruimte voor massabijeen komsten van 10. 000 tot 100. 000 stoelen gestegen is. De nieuwe schouwburgen en de culturele centra heb ik dan niet eens mee gerekend. Ik hoop in mijn betoog van deze door allen geschetste trieste situatie te vertrekken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1235