1237 11 NOVEMBER 1971 misschien wel nodig zal hebben -- en als men, gezien dit laatste, in het oog houdt dat zo'n gebouw, als dat straks gerealiseerd zou moeten worden, een veelheid van miljoenen guldens meer zou gaan kosten dan op dit moment, is het de raad misschien duidelijk waar om wij gekozen hebben voor de voortgang van de activiteiten van het Turfschip. Het alternatief "stoppen" kost overigens ook geld. Ik krijg wel eens de indruk dat men in de raad meent dat bij het stoppen van de activiteiten een streep onder de rekening wordt gezet. Uit de bij lagen die naderhand zijn toegezonden blijkt echter duidelijk dat ook stoppen geld kost. Wij gaan door, maar wij voegen er aan toe dat wij niet door gaan op de manier zoals tot dusver het geval is geweest, maar op een andere manier. Duidelijk wil ik stellen dat wij, als die andere ma nier niet lukt, alsnog zullen stoppen. Ik geloof dat de nieuwe ma nier door college en raad gezamenlijk gevonden zal moeten worden, uitgaande van de verzuchting het Turfschip kost veel geld en staat bovendien leeg". Bij het zoeken naar die nieuwe manier moet ener zijds aandacht besteed worden aan dat vele geld, terwijl anderzijds die leegstand in het oog gehouden moet worden. Het college wil trachten de leegstand op te heffen, onder de beperking dat het aan neemt dat er een markt is voor de activiteiten die het probeert te trekken, door: 1. de doelstelling te verruimen -- tot zijn genoegen vernam het college dat iedereen het daarmee eens is 2. het minder star hanteren van de doelstelling -- ik kom hierop nog terug --, 3. het acquisitiebeleid te verbeteren en 4. zich te verzekeren van een betere en adequate service in het gebouw. Wij gaan er hierbij dus van uit dat er een markt is voor meer activiteiten. Dit alles moet leiden tot een gemeentelijke bijdrage in de exploitatie die verantwoord budgettair inpasbaar is, wat mijns inziens betekent dat de raad deze prioriteit moet onderkennen, hoe wel het de vraag is hoever men in dezen moet gaan. Wel moet de gemeentelijke bijdrage in een redelijke verhouding staan tot het nut van het Turfschip. Duidelijk is dat niet alle kosten van het Turf schip zonder meer voor rekening van de gemeente moeten komen en ingepast moeten worden in het gemeentelijk budget. De gedachtengang in het stuk volgend kon het college slechts de doelstelling verruimen en zeer nadrukkelijk aandacht vragen voor acquisitie en service. Wat de hoeveelheid geld betreft staat het col lege op het standpunt dat alles gedaan moet worden om van nu af aan de kosten van het Turfschip te drukken. Het is naar aanleiding van dit standpunt met drie voorstellen gekomen, namelijk de ver pachting van het horeca-gedeelte, het kritisch bezien van het totale personeelsbestand en de ingreep in de directie. Een en ander leidt in het voorstel van het college tot een resultaat dat voor het college aanvaardbaar is en dat vermeld staat op de laatste pagina van het voorstel. Kritiek uit de raad luidde: het college is niet concreet genoeg. Ik zou in mijn beantwoording willen beginnen bij de "algemene opmerkingen". De heer van Loon merkte op dat dit voorstel een half jaar onderweg geweest is en dat de raad maar anderhalve week de tijd had om het te bestuderen en om tot een beslissing te komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1237