1245
11 NOVEMBER 1971
koper is die een bestemming voor zo'n gebouw heeft. Als die
koper er is, is het de vraag wat hij voor het gebouw wil geven.
Als hij meer voor het gebouw wil geven dan het gekost heeft, is
dit vrij voordelig, maar ik geloof dat wij er rekening mee moeten
houden dat het gebouw belangrijk minder zal opbrengen dan het
bedrag dat wij ervoor betaald hebben. Verkopen zal nooit een voor
delige zaak zijn en wij moeten bepalen of de kosten van hetgeen
er staat opwegen tegen de waarde ervan voor de gemeenschap Breda.
Ongetwijfeld spelen bij de beantwoording van deze vraag de ac
tiviteiten die in Breda plaatsvinden een grote rol. Als wi j vandaag
het Turfschip verkopen, maar over drie jaar tot de ontdekking ko
men dat wij ruimte nodig hebben en voorzieningen moeten gaan
treffen, zou die verkoop van het Turfschip bepaald een onvoordelige
zaak zijn.
Het is moeilijk exact te bepalen waar wij zullen uitkomen.
Iets daarvan kan men in de stukken terugvinden.
De liquiditeit is een permanente moeilijkheid geweest, dat is bij
de analyse duidelijk gebleken. Wij hebben berekend dat de N. V.
als zij de bijdrage in maandporties zou ontvangen, voor de liquidi
teitsvoorziening een bedrag van 150.000,-- voortdurend nodig zou
hebben. Bovendien is sprake van een discrepantie tussen aflossing en
afschrijving. De geldleningen worden namelijk rechtlijnig afgelost
en de afschrijving verloopt op basis van annuïteiten. De geldleningen
worden daardoor sneller afgelost dan de afschrijvingen in de rekening
worden opgenomen, waardoor een permanent tekort aan liquide mid
delen ontstaat. Wij hebben dit duidelijk aangegeven, omdat op basis
van oude garantieverklaringen van de raad leningen zijn afgesloten.
Die leningen worden afgelost en kunnen dan niet meer wotden op
gevoerd tot de garantiehoogte die de raad heeft vastgesteld. Als
wij dat echter niet uit de exploitatie kunnen betalen moet de raad
eigenlijk periodiek toestemmen in het afsluiten van nieuwe leningen.
Dat hebben wij willen zeggen. Het college meent dat de raad van
te voren moet weten dat die leningen permanente verschijnselen
zullen zijn voor jaren, om te voorkomen dat het Turfschip in li-
quiditeitsmoeilijkheden komt.
Voor lang geld is het op dit moment moeilijk garantieverkla
ringen gehonoreerd te krijgen. Wij zijn er echter tot op heden nog
altijd in geslaagd kasgeldfinanciering te realiseren. In de periode
waarin het moeilijk is lang-geld te verstrekken moeten wij naar mijn
mening geld langs de weg van de rekening-courant verstrekken, maar
wij moeten in ieder geval trachten langlopende leningen te verkrijgen.
Ook zou de N. V. lang geld kunnen verkrijgen bij een ontheffing van
de negatieve hypotheekclausule, door het afsluiten van hypotheken
op bepaalde onderdelen van het gebouw.
Het college is dus van mening dat het liquiditeitsprobleem moet
worden opgelost om een normale werking te kunnen verkrijgen.
Ik kan de opvatting over de kapitaalslasten van de heer Spanjer
wel volgen. Hij stelt dat er in feite niets verandert en mijns inziens
wordt de situatie daar zeer correct mee getypeerd. Het is een zaak
van psychologie naar buiten te brengen aat het Turfschip geen te
kort heeft van 1 miljoen, maar van 300.000,--. Als men in
het Nieuwsblad van het Zuiden schrijft dat het Turfschip eerst on
geveer 10 miljoen gekost heeft en dat er nu per jaar zo'n groot
bedrag bijgelegd moet worden, blijkt dat men ook daar de inves
tering als een last voor de gemeente ziet -- een misvatting -- en