1247 11 NOVEMBER 1971 Wethouder MANS: Vóór ons ligt het alternatieve voorstel van de heer Van Loon. De heren Sandberg en Kroon hebben betogen in dezelfde trant gehouden. Men zal begrijpen dat het onmogelijk is het voorstel van de heer Van Loon volledig op zijn merites te beoordelen. Op dit moment is het zelfs niet mogelijk dit onvolledig te doen. Ik zal er desalniettemin enige uitspraken over doen. Ik wil voorop stellen dat de gedachte die de heer Van Loon ont wikkeld heeft als zodanig aantrekkelijke kanten heeft. Zeker voor een korte termijn lijkt zijn plan een oplossing te bieden. Het is op zichzelf mogelijk de ruimtelijke accommodaties te herverkavelen. Op het eerste gezicht zou het alternatief mogelijk kun nen zijn, alhoewel de effecten van dit alternatief niet duidelijk zijn. Over de herverkaveling van de culturele subsidies is ook in de afdelingsvergadering gepraat. Met name de heer Kramer heeft verzocht bepaalde activiteiten door te lichten en ervoor te zorgen dat de vrij komende gelden ter beschikking komen van gemeenschapsactiviteiten. Dat lijkt mij juist. Het is onze plicht voortdurend de activiteiten door te lichten, met het doel deel te nemen aan andere activiteiten die zich eventueel aandienen. Ik vraag mij echter af of daarbij per defi nitie het Turfschip als uitgangspunt genomen dient te worden. Wèl kan bij die doorlichting het Turfschip als feitelijk gegeven worden gehan teerd. Van het hart moet mij de vraag waarom alleen gezocht is in de culturele sector om het Turfschip deze onderbouw te geven. Als wet houder van cultuur moet ik opmerken dat het model mij wat eenzijdig lijkt. Als men de schouwburg naar het Turfschip gaat overbrengen zul len technische voorzieningen getroffen moeten worden. Hetzelfde geldt voor een kunstijsbaan. Die technische voorzieningen vragen weer om investeringen en men weet toch dat de weg die men bij nieuwe inves teringen moet gaan moeilijk en verschrikkelijk lang is» Ik wil er in dit verband op wijzen dat nog een aantal investeringen van deze ge meente op goedkeuring wacht. Als men van het Turfschip een schouwburg, een cultureel centrum, een muziekschool of een ijsbaan maakt moet men zich wel realiseren dat andere mogelijkheden geblokkeerd worden, zeker gezien op lange re termijn. Het flexibele gebruik waarvan in het stuk uitgegaan wordt, wordt hiermee onmogelijk gemaakt. Daarnaast vraag ik mij af of in de huidige situatie, gezien het jaar 1971, nog wel een schouwburg past. Wat zouden wij trouwens moeten doen met de oude schouwburg? Niet zo lang geleden is daar voor aanzienlijke bedragen in geïnvesteerd. De consequenties van het wegzuigen van activiteiten uit andere gebou wen voor het personeel zijn op dit moment niet te overzien. Kort samengevat: de suggesties zijn de moeite van het onderzoe ken waard, hoewel op het eerste gezicht de bezwaren groot lijken. Een fundamenteel bezwaar van de suggesties is dat de mogelijkheden van het Turfschip ermee geblokkeerd worden, zeker op langere termijn beschouwd. De VOORZITTER: Ik zou u er, voordat wij aan de tweede termijn beginnen, aan willen herinneren dat in het resumé op bladzijde 11 van de bijlage enkele wijzigingen worden voorgesteld. Onder lb zou een bedrag van 1,1 miljoen gelezen moeten worden. Onder 2 zou, ten gevolge van het wegvallen van het bedrag voor 1973, het bedrag van 1.076.000, -- veranderd moeten worden in 793.500, Wethouder Broeders heeft voorts het een en ander over de punten 3,4 en 5 gezegd. Ik ben van mening dat in deze besluitvorming 6 zou kunnen vervallen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1247