11 NOVEMBER 1971 1260 vijf jaar vermoedelijk zal zijn verdubbeld. Vele raadsleden zullen nu misschien menen dat de financiële moeilijkheden dan uit de weg zullen zijn geruimd. Wij zijn echter na een berekening tot de con clusie gekomen, dat de drie functies die wij speciaal op het oog heb ben gehad momenteel een bedrag van 2. 100. 000, - vergen; met in achtneming van een dubbele bezetting en handhaving van de aparte functie zal dit tekort over vijf jaar zijn gestegen tot ongeveer 2. 500. 000-, Ik heb bij deze berekening natuurlijk geen deskundigen ingeschakeld, maar ik meen dat het toch van belang is deze - mijns inziens niet onaanzien lijke - cijfers te weten. De heer VAN LOON: De motie die wij zullen indienen zal de verschillende punten bevatten die ik in eerste instantie aan de orde heb gesteld, aangevuld met enkele financiële aspecten zoals die in tweede instantie aan de orde zijn geweest. Ik wil echter het antwoord van het college in tweede instantie afwachten, waarna wij eventueel om een schorsing zullen vragen om over de tekst van deze motie over leg te kunnen plegen met andere fracties» De VOORZITTER: Ik was reeds van plan een schorsing te verle nen. De heer KRAMER: Het is geen gemakkelijke taak het fractievoor zitterschap waar te nemen. Hetgeen ik ga zeggen ligt echter op het culturele vlak en dat is mij niet geheel vreemd. De heer Mans heeft gezegd dat iedere nieuwe activiteit de reeds bestaande activiteiten in de weg zal staan. Ik ben het niet met hem eens dat de kunstijsbaan in de hall uitsluitend als alternatief is gesteld. Wij hebben ons wel de gelijk. op de hoogte gesteld van de situatie die dan zal ontstaan - uiter aard niet in details - en wij zijn tot de conclude gekomen dat het aan leggen van een kunstijsbaan economisch verantwoord en technisch mogelijk is; de tentoonstellingen en instuiven die daar plegen plaats te vinden kun nen gewoon doorgang vinden. Ik wil er sterk de nadruk op vestigen dat van het blokkeren van andere activiteiten beslist geen sprake behoeft te zijn. Ook de horeca-sector zal hiermee zijn gebaat. De heer Mans meent voorts dat gedeputeerde staten bezwaar zullen maken. Ik meen echter dat het Turfschip door de gedeputeerde staten is aangeduid als een der financiële remfactoren voor de gemeente Breda en wij probe ren nu juist deze remmen los te maken. In de afdelingsvergadering heb ik inderdaad gesproken over het doorlichten van de cultuur. Ik blijf van mening dat er vooral op de duur dere culturele elementen geld te besparen is. Wij praten daar nu al eni ge jaren over en ik vind dat er eens iets gedaan moet worden. Ik blijf, evenals mijn fractievoorzitter, van mening dat het col lege gezien moet worden als de commissie ad hoe. Het college zou bijv. veel gemakkelijker specialisten kunnen aantrekken dan een com missie ad hoe. Wij zouden er later wel eens spijt van kunnen krijgen als wij op dit moment een commissie ad hoe uit de raad benoemen. Het Turfschip moet doordraaien, een andere weg is er niet. Wij gaan met dit punt uit het resumé uiteraard akkoord, mits deze raad binnen redelijke tijd de tijdens deze vergadering genoemde alternatie ven uitgewerkt ter tafel krijgt. De VOORZITTER: Wij zouden er misschien verstandig aan doen nu de vergadering te schorsen. Voor de tweede termijn zijn geen spre-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1260