11 NOVEMBER 1971
1264
dat hij denkt dat wij zomaar wat doen als wij doorgaan met dit stuk.
Ik heb niet gezegd dat wij op het personeelsbestand moeten in
krimpen en de activiteiten moeten uitbreiden. De heer Van Os stelde
dat in het verleden het personeel uitgebreid en de activiteiten vermin
derd zijn. Over inkrimpen op het personeelsbestand heb ik niet gespro
ken. Ik heb slechts gezegd dat wij het personeelsbestand kritisch zul
len moeten bezien met behulp van deskundigen als wij willen dat er
kostenbesparend gewerkt wordt. Op voorhand kan ik niet zeggen wat
het resultaat zal zijn. Misschien zal hetzelfde personeel op een ande
re manier worden gebruikt en misschien komt er een uitbreiding van
het personeelsbestand uit de bus. Ook inkrimping is echter mogelijk.
De heer Van Os had moeite met de flexibele prijzen. Hij be
greep niet dat er werd gepraat over kostprijs plus winstopslag. Ten aan
zien van de grote hal en de concertzaal zal een uniform tarief gehan
teerd moeten worden, maar voor de gemeenschapsactiviteiten in de
andere ruimten zou een andersoortige prijs gebruikt kunnen worden.
Deze prijs zou minimaal de variabele lasten goed moeten maken, niet
de directe kosten. Ik zeg dit om een vaktechnische discussie te voor
komen.
De heer VAN OS: Bestaat de huidige prijs van de grote zaal, het
bedrag van 1. 000, --, uit kostprijs plus winst?
Wethouder VAN DUN: Men zal in de exploitatie altijd rekening
moeten houden met de gemeentelijke bijdrage. Ik weet niet of het be
drag van 1.000, -- kostprijsdekkend is. Wij moeten niet verwachten
dat het Turfschip een rendabele zaak zal worden, het zal nooit de re
venuen opbrengen die wij destijds bij het opmaken van de statuten meen
den te voorzien.
De heer VAN OS: Kortgeleden was dat tarief nog 450, --. Hoe
verklaart u dit verschil?
Wethouder VAN DUN: In verband met de prijsstelling in geheel
Nederland heeft de raad van commissarissen tot de nieuwe prijsstelling
besloten. Ik weet echt niet of deze prijs kostendekkend is, of ver uit
gaat boven de kostprijs. Ik vind het terecht als de raad van commissa
rissen zo nu en dan de prijsstelling voor de lokaliteiten die daarvoor in
het kader van de hoofddoelstelling in aanmerking komen aanpast.
Ikzelf heb al gesproken over het verbod op het zelfstandig organi
seren van activiteiten en ik geloof dat de heer Van Caulil de heer Van
Os genezen zal hebben van het idee het Turfschip dag en nacht open
te houden om daar een kopje koffie te kunnen drinken.
De heer Van Caulil zet, de relatie tussen personeelskosten en
"brutoopbrengst constaterende, dezelfde vraagtekens bij de horeca-set
ting als het college. Ik zal daarop niet terugkomen, want ik heb ge
zegd dat wij ons erbij zullen neerleggen als de raad stelt dat deze sec
tor niet verpacht dient te worden. Wij hebben de risico's die er in dat
opzicht zijn aangegeven.
De heer Von Schmid vroeg zich af waarom dit voorstel niet ver
dwenen is. Daarop heb ik al geantwoord. Hij stelde voorts dat uit een
enquête is gebleken dat slechts 1°1o van de bevolking Breda aantrekke
lijk vindt. Ik moet er echter op wijzen dat de vraag bij deze enquête
was"waar zoudt u graag willen wonen?"en niet "waar zoudt u graag
willen congresseren?" Men kan uit deze enquête niet opmaken dat
Breda niet aantrekkelijk is voor het houden van een congres. Die