11 NOVEMBER 1971
1266
dat het de bedoeling is maandelijks de raadsafdeling te informeren over
de voortgang van en de financiële consequenties bij het Turfschip. De
informatie zal minimaal gegeven worden aan de afdeling van ruimte
lijke ordening en economische zaken.
De heer Jansen pleitte voor reorganisatie in het personeelsbestand
en sprak niet over afvloeiing. De relatie met het V.V.V. zal de heer
Jansen wel duidelijk zijn. Hij vond het voorts cru dat de commissaris
sen hun mandaat ter beschikking stelden. In het antwoord aan de heer
Van Loon meen ik hierop al een duidelijk antwoord gegeven te hebben.
Ik kom nu op het probleem van de commissarissen. De heer Crul
vond dat ik de raad lamlegde door te zeggen dat wij hier niet de raad
van commissarissen, noch de vergadering van aandeelhouders zijn. Ik
heb dit gezegd omdat in de huidige situatie de commissarissen en de
aandeelhouders hun specifieke verantwoordelijkheden hebben, terwijl
de gemeenteraad zijn eigen specifieke verantwoordelijkheid heeft. De
heer Crul wil eigenlijk meer invloed uitoefenen vanuit de raad op de
commissarissen, door zes leden van de raad te machtigen op te treden
als aandeelhouder.
Als de heer Crul wil dat zes leden van de raad zich bezig houden
met de aandeelhouderspositie van de gemeente Breda ten opzichte van
het Turfschip, gaat het college op voorhand met zijn gedachte akkoord.
Wel heeft het college moeite met de formulering die in de motie ge
bruikt wordt. In de context zijn er wat juridisch-technische bezwaren en,
als vanavond dit besluit wordt genomen, kan er geen aandeelhoudersver
gadering voor morgen of overmorgen uitgeschreven worden, wat in de
huidige situatie wèl nodig is.
De heer VAN OS: Wie komen er dan op die vergadering?
Wethouder VAN DUN: Ik ben bezig met de beantwoording van de
opmerkingen van de heer Crul. Als de heer Van Os een nader antwoord
wil, kan hij dat straks krijgen.
Het college gaat op voorhand akkoord met de gedachte die blijkt
uit de motie. Ik vraag de heer Crul het college enige tijd te gunnen om
deze gedachte uit te werken. Het college zal trachten in een voorstel
aan de raad deze gedachte juridisch correct te formuleren.
Ik meen begrepen te hebben dat de motie voorts wil dat de raad
van commissarissen in principe zal worden samengesteld uit personen
die geen lid van de gemeenteraad zijn. Eigenlijk moet ik u zeggen dat
het college meent dat de gemeentelijke vertegenwoordiging gehandhaafd
moet blijven. In de huidige situatie is het van belang dat het grote finan
ciële belang dat deze gemeente in het Turfschip heeft op die manier be-
g eleid en veiliggesteld wordt, waarmee ik niet mijn wantrouwen in anderen
wil uitspreken. Een rechtstreeks contact tussen het Turfschip en de gemeen
te moet, gezien de financiële belangen, duidelijk in de gemeentelijke
vertegenwoordiging tot uitdrukking komen. Voorts lijkt het mij goed dat
de raad via deze rechtstreekse vertegenwoordiging in de raad van com
missarissen kan toezien op de uitvoering van de verruimde doelstelling.
Men moet kunnen zien dat dit een Bredaas belang blijft en men moet
erop letten dat de gemeenschapsactiviteiten juist worden uitgevoerd.
Wethouder BROEDERS: De heer Von Schmid stelde met betrekking
tot de verkoopprijs dat daarover zonder een onderzoek onder eventuele
kopers eigenlijk niet kan worden gepraat. Met opzet is zo'n onderzoek
niet gehouden. Wij hebben een idee van de opbrengst, namelijk naar