11 FEBRUARI 1971 126 het college bekend is de mening van de rechter hierover nog niet dui delijk is. Wij zitten hier echter onzes inziens op het vlak van een for mele rechtszekerheid en rechtvaardigheid en derhalve wil het college meehelpen een oplossing te zoeken in het vlak van de rechtvaardigheid. Wanneer het college uitdrukkelijk aandacht wenst te besteden aan de doorstroming, moet duidelijk worden dat er alleen maar doorgestroomd kan worden wanneer er alternatieve mogelijkheden zijn voor de mensen op wie wij een beroep doen om door te stromen. Dit alternatief zullen wij moeten zoeken in het aanbod van de woningbouwverenigingen en anderzijds in een beroep op de particuliere bouwers in Breda om mee te werken aan de doorstroming. Omdat dit een complexe zaak is, is het naar de mening van het college noodzakelijk dat het personeelsbe stand bij de woningdienst van Openbare Werken wordt versterkt. De doorstroming is een procedure die vele fasen doorloopt, maar wat uit eindelijk van belang is, is welke woningen er overblijven en daarom menen wij te moeten overgaan tot versterking van het personeelsbestand van de woningdienst. Wij tekenen daarbij ook aan dat wij meer inzicht krijgen op de hele situatie, omdat woningbedrijf en gemeente zich ak koord hebben verklaard met een centrale registratie van het woningbezit en de gemeente. Voor het overige meen ik dat ik kort kan zijn over de woonsitua tie, ik heb in het vraag- en antwoordboek gezien dat dit punt nog aan de orde komt, door te wijzen op de mogelijkheid van huursubsidie. Dui delijk is dat dit een zaak is waarin de gemeente een betrekkelijk klei ne rol vervult, omdat zij alleen adviserend optreedt naar het vlak van de rijksoverheid. Ik geloof dat wij ook op korte termijn met de raad zullen moeten praten over het toewijzingsbeleid. Wij gaan daarbij uit van be paalde prioriteiten en het is natuurlijk de vraag of die niet van tijd tot tijd onder de loep moeten worden genomen. Dit is wat ik voorlopig wilde zeggen over de prioriteit van de woonsituatie in Breda, uitmondend in een aantal raadsvoorstellen op korte termijn. Wij mogen een wat andere aanpak van het college con stateren en hebben de toezegging gedaan dat de hele problematiek van de doorstroming, de rapportage van wat er gaat gebeuren, alsmede over renovatie, huursubsidie en toewijzingsbeleid zullen worden neergelegd in een nota over de huisvesting die het college op korte termijn zal doen verschijnen. Wethouder MELZER: De fractievoorzitters hebben - overigens op een bijzonder vriendelijke manier - nogal wat "vuil" naar mij toege schoven. Ik weet dat de huisvuilverwerking in Breda een probleem is, zowel op korte als op langere termijn. Wat de verwerking op korte ter mijn betreft zijn er besprekingen op gang gekomen met de Grontmij, met als doel een betere en meer aanvaardbare situatie te bereiken op de stortplaats in Bavel. Voor het probleem op langere termijn, waarbij wordt gedacht aan vuilverbranding, is intergemeentelijk overleg op gang gekomen. Ook wanneer wij overgaan tot verbranding rest echter nog een hoog percentage afvalstoffen waarvoor opslag noodzakelijk blijft. Wij hopen dat in samenwerking met daarvoor in aanmerking komende bedrijven hiervoor een alleszins acceptabele oplossing kan worden gevonden. Ik zou het bijzonder op prijs stellen als nog tijdens de zittingsperiode van deze raad voorstellen zouden kunnen worden in gediend ter oplossing van het probleem op langere termijn. De plaatselijke ophaaldienst willen wij zoveel mogelijk moder niseren en mechaniseren, onder andere door het successievelijk plaatsen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 126