1279 18 NOVEMBER 1971 225, -- per maand verreweg de grootste is en dat voor deze catego rie nog zeer moeilijk een oplossing te vinden is. Verschuivingen los sen dit probleem ook niet op. Van de uiteindelijk resterende 1326 wo ningzoekenden zijn er altijd nog 894, die in de huurklasse van 125, tot 225, -- per maand kunnen worden ingedeeld; dit is een zeer moei lijke zaak. Zoals ik al zei zijn de mogelijkheden om tot vermindering van de woningnood te komen inderdaad beperkt. Het college geeft dit zelf ook aan, maar noemt toch enkele mogelijkheden, die voorzover zij gelimiteerd zijn toch wel van belang zijn even onder de loep te nemen. Het valt dan op dat de limitering verband houdt met de con- tingentering in de woningwetsector. Het college zegt verder in de no ta dat voor de jaren 1972 en 1973 in totaal slechts een contingent van 200 woningwetwoningen beschikbaar zal zijn; in de premiebouw zal dit aantal 100 bedragen. Ik moet u zeggen dat dit toch wel zeer mi niem is en dat dit schril afsteekt bij datgene wat wij voorheen ter be schikking hadden in deze sector. Ik ben ervan overtuigd dat het college diligent is, maar ik wil toch graag op korte termijn vernemen of het pendelen naar Den Bosch ook in dit opzicht enig succes zou kunnen op leveren. Verder wordt in de nota gesproken over de onmogelijkheid thans woningen te bouwen in een huurklasse, die aanvaardbaar zou zijn voor die mensen, die het grootste contingent van de woningzoekenden uit maken. Op blz. 7 van de nota worden dan enkele maatregelen voor gesteld om de meest ernstige woningnood terug te dringen, waarbij zo als gezegd de mutaties in het woningbestand weinig soelaas zullen bie den. Ook ik heb hierop weinig hoop. Verder wordt zeer uitvoerig over de renovaties gesproken. Op blz. 9 staat dat deze aangelegenheid een grote prioriteit geniet bij raad en college; de raad wordt gevraagd de budgettaire consequenties hiervan ook in de toekomst te aanvaarden. Ik geloof dat al duidelijk gebleken is dat de raad naar mijn mening in zijn totaliteit bereid is deze consequenties te aanvaarden. Onze fractie is hiertoe in ieder geval zeker bereid. Ten aanzien van de doorstroming wordt op blz. 10 uiteindelijk aan de orde gesteld de kwestie van de vrijwillige doorstroming, die eigenlijk wel wat schipbreuk heeft geleden. Op grond van de regeling is in 1971 67 maal doorgestroomd en is een uitkering gedaan van in totaal 70. 058, Het college overweegt nu in verband met dit ge ringe effect over te gaan tot dwangmaatregelen zoals woningontruiming. Zoals in de afdeling door het college is medegedeeld zou een proefproces kansen hiertoe openen. Ik heb ook al in de afdeling gezegd, dat ik het een slechte zaak vind dat men momenteel zo weinig op vrijwillige ba sis overgaat tot doorstroming. Het is duidelijk dat een groot aantal men sen huizen bewoont, die wat hun inkomen betreft tot een te lage huur klasse behoren. Ik geloof dat het bij het publiek ook voldoende bekend is, dat er een grote woningnood is en dat er mogelijkheden voor door stroming zijn. Ik meen dus dat men toch zoveel sociaal gevoel moet kunnen opbrengen, dat men meer van deze doorstromingsregeling ge bruik maakt en een huis gaat bewonen, dat aangepast is aan de norm die ten aanzien van het inkomen geldt. Ik meen dat in het verleden voldoende aandrang is uitgeoefend en wanneer een vrijwillige doorstro ming nu niet voldoende effect sorteert wil ik inderdaad met het colle ge meegaan om stappen te ondernemen tot een meer dwangmatige ont ruiming van woningen. Die ontruiming zal juist moeten plaatsvinden in de woningen met huren van 125, -- tot 225, --, omdat aan deze woningen de meeste behoefte bestaat. Ik weet wel dat vaak de moei-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1279