1281
18 NOVEMBER 1971
te geven. Dat lijkt mij een vreemde zaak; ik meen dat wij bij regis
tratie het totale woningbezit dienen te registreren en niet alleen de
vrijkomende woningen, want de woningen die op dit moment niet
vrij zijn kunnen misschien volgende week wel vrijkomen. Het lijkt
mij dan toch juister dat ook die woningen geregistreerd worden.
Tenslotte wordt in de nota nog een hoofdstuk gewijd aan de bij
standswet en de aanvullende huursubsidie, waaruit blijkt dat van de
777 aanvragen om huursubsidie 614 zijn gehonoreerd. Ik geloof dat
deze huursubsidie een goede zaak is. Indertijd zijn huis aan huis fol
ders verspreid over deze aangelegenheid en misschien kan hierop in
de naaste toekomst nog eens gewezen worden, terwijl dan tegelijker
tijd de mogelijkheden van het registratiebureau onder de aandacht kun
nen worden gebracht.
Ik geloof dat deze nota een goede bijdrage levert tot het verkrij
gen van een duidelijk inzicht ten aanzien van de knelpunten. Wij ver
heugen ons over de nota en willen achter het college staan bij het be
proeven van alle mogelijkheden om de woningnood terug te dringen.
Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN; Een groot deel van
onze fractie vindt dat de informatieve nota huisvestingsproblematiek
een duidelijke informatie geeft. Het is een beperkte nota, een moment
opname, maar de prioriteit bij de vorige begrotingsbehandeling aan de
woningnood gegeven blijkt serieus te zijn aangepakt. Er zijn geen gege
vens voor het woningbeleid op langere termijn, maar ik meen dat dit
ook regionaal zou moeten worden aangepakt en dat hiervoor eerst het
regionaal marktonderzoek moet worden afgewacht. De nota behandelt
de nood van woningzoekenden, ingeschreven bij het woningbedrijf.
Zijn er nog meer lijsten? Hebben b. v. de woningbouwverenigingen
nog lijsten met woningzoekenden? De ingeschreven woningzoekenden
zijn in categorieën ingedeeld; tot welke urgentie is het mogelijk de
ze mensen te helpen?
In plaats van saneren in de verschillende wijken is overgegaan tot
renoveren, opknapbeurten en voorzieningen tot het tijdelijk in stand hou
den van woningen. In bijlage III staat een duidelijk overzicht met de
financiële consequenties, die wij accepteren bij het aannemen van deze
nota. Die bedragen zijn niet gering, maar gezien de prioriteit die de
raad en het college aan de oplossing van de woningnood geven zullen
wij hiervoor niet mogen terugschrikken. De subsidies van rijk en pro
vincie zijn dan ook hard nodig voor de uitvoering van deze plannen,
maar kan het voor ons liggende programma worden uitgevoerd onaf
hankelijk van de faciliteiten te verlenen door rijk en provincie door
desnoods onze reserves aan te spreken?
De doorstroming blijft voor mij een moeilijke zaak. Waarom
lukt het niet voldoende? Het differentiatie-onderzoek van de sociogra
fische dienst zal hierop misschien licht werpen, maar het zou ook te
proberen zijn meer bekendheid te geven aan de mogelijkheden bij
doorstroming, b. v. door het uitgeven van folders. Mogelijkheden zou
den kunnen worden geschapen ten aanzien van ruil met meerdere hui
zen, zoals vlak na de oorlog soms een vijfhoeks ruil mogelijk bleek.
Ik blijf van mening dat een positieve benadering van doorstroming
mogelijk moet zijn en ik heb principieel bezwaar tegen dwangmatige
ontruiming; ik acht dit een ondemocratisch middel. Volgend jaar fe
bruari of maart komt minister Udink met een nieuw voorstel voor huur
belasting; eind 1972 of begin 1973 kan dit resulteren in een wet, waar
mede te werken valt. Zou het college zich hierover willen bezinnen?