1282 18 NOVEMBER 1971 Als toch tot dwangmatige ontruiming zou worden overgegaan wordt de raad hiervan dan op de hoogte gesteld? Bij het aannemen van deze nota is het instellen van een centraal registratiebureau inbegrepen. Wij vinden dit een goede zaak en wij mo gen blij zijn dat het college zover gekomen is, maar het is van belang dat er een duidelijke- en nauwkeurige taakomschrijving komt. Graag zou ik hierover wat uitvoeriger worden ingelicht. De samenwerking met de bouwverenigingen in deze is verheugend; zou het mogelijk zijn hier bij ook de particuliere woningmarkt in te schakelen? Tenslotte nog één opmerking: huizen met een huur van circa 75, -- per maand zijn duidelijk niet in trek, terwijl uit bijlage I blijkt dat juist de meeste woningzoekenden vallen onder een groep met een inkomen tussen 855, -- en 1140, -- per maand. Huren van 125, -- tot 150, -- per maand worden door deze groep het meest gevraagd. Zouden de huizen met een lage huur door extra voorzieningen aantrek kelijker kunnen worden gemaakt en zou misschien ook de wijk een wat beter aanzicht hierdoor kunnen krijgen? Mevrouw VAN NES-BRANDS: Door verschillende mensen is de huisvestingsnota al breedsprakig behandeld; ik wil er daarom heel kort over zijn. Het is een overzichtelijk rapport. De punten 3a t/m 3g zou den een uitzicht op een beleid kunnen geven en wij zullen dat beleid met de nota in de hand nauwkeurig volgen. Over punt 3b wil ik het volgende zeggen. In een speciale zinsne de wordt vermeld dat voorzover de uitgaven niet volledig rendabel zul len blijken te zijn de budgettaire consequenties daarvan dienen te wor den aanvaard. Misschien is dat een antwoord op de vraag die mevrouw Stockmann zojuist stelde; ik zou ook graag erover worden ingelicht of het college inderdaad meent dat wij niet alleen afhankelijk zouden zijn van rijk en provincie, maar ook zelf geld beschikbaar zouden kun nen stellen voor renovatie. Het is bekend dat juist renovatie één van de punten is, die wij bij de begrotingsbehandeling van vorig jaar uit voerig aan de orde hebben gesteld, en wij willen graag weten hoe ver het college daarin wil gaan. Wat het urgentieprogramma betreft, dat is opgenomen inde bij lage, wil ik zeggen dat wij op voorhand niet accoord kunnen gaan met dit programma. Door het goedkeuren van de nota zouden wij ook het urgentieprogramma aannemen, maar het is een wijziging van het inves teringsplan 1972-1976 en dit plan moet nog worden besproken. Ik ben bij voorbaat niet bereid nu al een wijziging aan te nemen. Wij zouden wel accoord kunnen gaan met het instellen van een centraal registratiebureau. De heer SPANJER: Van tijd tot tijd vraagt de raad om een nota over een of ander onderwerp en gelukkig krijgen wij die dan ook. Vaak is het echter te betreuren dat er dan maar zo weinig tijd is de problematiek grondig door te spreken. Deze nota was toegezegd bij de begroting 1971, maar kon ons blijkbaar in verband met tijdgebrek niet tegelijk met de begrotingsstukken worden aangeboden. Dit vind ik op zich niet zo erg, omdat dit misschien wel het voordeel met zich meebrengt dat wij deze nota nu in een gewone raadsvergadering in behandeling kunnen nemen. Bij een begrotingsbehandeling zijn zoveel andere zaken aan de orde, dat een dergelijke nota gemakkelijk in de verdrukking komt. Wij menen dat de nota een goed overzicht geeft van de stand van zaken in Breda. Toch vinden wij dat de problemen niet geheel uitput tend zijn behandeld; ik wijs dan op de nog ontbrekende differentiatie-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1282