1295
18 NOVEMBER 1971
te stellen. Met dit uitgangspunt wordt gewerkt; het wat nare is dat in
de afgelopen jaren practisch binnen de bestaande bestemmingsplannen
alleen de laagbouw is gerealiseerd, zodat inderdaad de kranten uit de
mik zijn gehaald. Op het ogenblik hebben wij alleen die terreinen
over, waar de hoogbouw dient te worden gerealiseerd, met name in
de woningwetsector. Heel concreet kan men dit zien bij de randbebou-
wing van het winkelcentrum Hoge Vucht. Ik ben blij dat het gehele
uitbreidingsplan Princenhage - West zal bestaan uit 1200 laagbouwwo-
ningen en ik geef de heren Kroon en Severens de garantie dat het colle
ge het voornemen heeft ten aanzien van de Haagse Beemden de raad
voor te stellen een wijziging in deze percentages te bewerkstelligen.
Ik zit alleen even moeilijk met de opmerking van de heer Severens,
die dit meteen al in relatie brengt tot de vraagstukken van de Hoge
Vucht; hij vraagt nl. of de verdere bebouwing van de Hoge Vucht al
leen in hoogbouw geschiedt. Ik geloof dat wij dit in grote lijnen moe
ten bevestigen. De raad heeft indertijd een bestemmingsplan goedge
keurd, waarvan de laagbouw practisch geheel is gerealiseerd en de
hoogbouw nog moet worden uitgevoerd. Ik vind het echter een proble
matische zaak, dat de heer Severens op voorhand de verdere problema
tiek van de Hoge Vucht signaleert. Ik wil de raad erop attenderen dat
er een onderzoek gaande is door de sociografische dienst juist naar de
leefmogelijkheden in de Hoge Vucht, met name in het kader van de
hoog- en laagbouw. Zolang de resultaten van het onderzoek nog niet
duidelijk zijn mogen wij mijns inziens in dit verband nog geen con
clusies trekken.
De heer Kroon neemt de contingentering ook als uitgangspunt.
De contingentering is inderdaad beperkt: 200 contingenten plus 80 a
100 premie-corporatiebouwcontingenten is voor Breda nu niet zo over
dadig, maar wij zijn er blij mee. De heer Kroon vraagt verder wat
de resultaten zijn van de ritten naar Den Bosch. Voorzichtig stellend
wil ik zeggen dat ik de indruk heb, dat het gehele systeem van con
tingentering enigszins gerelativeerd gaat worden en dat wij voor de
volgende jaren een beleid mogen verwachten, waarbij de beschikba
re hoeveelheid plannen belangrijker is dan de anderzijds te verkrijgen
contingentering. Voorlopig is het nog niet zover, maar duidelijk is
bij de hoofdingenieur-directeur in Den Bosch deze beleidslijn aan het
groeien en het is prettig te weten dat het heilige getal 200 en 80 a
100 niet meer zo n vaste zaak is, maar dat men bereid is op een be
paald moment ambitieuze plannen met extra contingenten te honore
ren.
De heer Kroon constateert mét het college dat het een slechte
zaak is als men niet vrijwillig doorstroomt en gaat dan met dwang
maatregelen accoord. Ik geloof dat de heer Kroon de nota even heeft
misverstaan op het punt van een afwijkende houding van de woning
bouwvereniging "St. Laurentius". Straks zal ik nog uitvoeriger ingaan
op de kwestie van het centraal registratiebureau, maar voor een goed
begrip kan ik nu zeggen dat de woningbouwvereniging "St. Laurentius"
normaal meewerkt aan het centraal registratiebureau, maar heeft eigen
inzichten ten aanzien van het tot stand komen van de woningkartotheek.
Bij het inrichten van een centraal registratiebureau zou men graag die
woningkartotheek voorhanden hebben, maar deze woningbouwvereniging
vindt dat deze kartotheek langzaam moet groeien vanuit de vrijkomen
de woningen, die door haar geleverd zullen worden. De andere woning
bouwverenigingen hebben zich bereid verklaard van het begin af aan
te starten met een woningkartotheek. Het gaat dus niet om de medewer
king, maar om de kartotheek als zodanig.