1296 18 NOVEMBER 1971 n Mevrouw Stockmann pleit ook voor een regionale aanpak. Zij en stelt de belangrijke vraag of wij praten alleen over woningzoekenden je die bij de gemeente zijn ingeschreven of ook over woningzoekenden j die bij de woningbouwverenigingen zijn ingeschreven. Ik meen te mo gen aannemen dat wij hier praten over alle woningzoekenden binnen ou- het kader dat ik in het begin heb genoemd; de mogelijkheid zou echter kunnen bestaan dat nog niet bekenden alleen bij de woningbouwvereni- •0- gingen zouden zijn ingeschreven, maar vooralsnog kunnen wij aanne- >lle- men dat dit niet het geval is, omdat de ervaring leert dat iedereen die 1 bij een woningbouwvereniging staat ingeschreven zeker bij de gemeen te is ingeschreven. Ook hier kan het centraal registratiebureau ten aan- zien van het exacte cijfer uitkomst brengen. Mevrouw Stockmann vraagt verder welke urgentienorm de gemeente op dit moment hanteert bij de [- toewijzing van woningen. Wij moeten helaas heel globaal zeggen dat )e- wij bij de plaatsingsmogelijkheden van de aanvragers niet verder komen dan de medische urgentie I-gevallen. Dat betekent dat wij de handen vol hebben aan de ontruimingsvonnis-gevallen en dat wij een aantal [e- medische urgentie-gevallen kunnen helpen. Wij zijn echter op het ogen- ma_ blik niet zo rijk gezegend met vrijkomende woningen, dat wij alle me at dische urgentie-gevallen kunnen helpen. Deze constatering rechtvaar- ]e digt alleen al het feit dat de raad zich zo lang met deze zaak bezighoudt. B Mevrouw Stockmann vraagt verder hoe het zit met het plan voor de renovatie- en onderhoudsprojecten, waarvoor 16.500.000, -- is I uitgetrokken, en of deze projecten altijd doorgang vinden of dat de uitvoering hiervan afhankelijk is van rijk en provincie in verband met t financiering. Mevrouw Stockmann denkt aan het desnoods aanspreken van de reserves. Mijn collega Broeders heeft naar mijn mening al di- 3r_ verse malen geprobeerd de raad duidelijk te maken, dat het aanspreken van de reserves alleen de oplossing niet is. Bij het realiseren van pro- cj jecten in onze gemeente praten wij over financiering en dekking. Die dekkingsmogelijkheden zitten in de reserves en ook in het onrendabele investeringsplan. Wij hanteren momenteel het onrendabele investerings plan, maar het aanspreken van de reserves betekent ook niet dat de fi- en nanciering verzekerd is. Daarvoor hebben wij naar mijn mening zonder meer de medewerking van rijk en provincie nodig. Ik geloof dat de dek- et king zoals voorgesteld zou kunnen worden verzorgd; bij de financiering zijn wij afhankelijk van twee zaken; de medewerking van rijk en pro vincie enerzijds en anderzijds een mate van huurverhoging. Ik praat met e- name over een mate van huurverhoging, omdat niet elke huurverhoging plus de bijdrage van het rijk de kosten zullen goedmaken. Ik heb daar- om in het begin gesproken over een onrendabel stuk, dat in het gehele project zal zitten. Wij hebben een goed vertrouwen in het verkrijgen ft van medewerking van rijk en provincie. In de afgelopen periode is in derdaad gebleken dat hiervan sprake is, zij het nog niet in het door ons an gewenste tempo. Het is echter duidelijk dat het rijksoverheidsbeleid is ;d afgestemd op de bijdrage van rijk en provincie in renovatieprojecten; us" men heeft nl. bijna een aparte staatssecretaris voor deze aangelegenhe- igen den benoemd. Mevrouw Stockmann heeft het bij het punt van de door- teek. stroming ook nog over de mogelijkheid van een vijfhoeksruil. In feite jie bedoelen wij dit met die doorstroming. Ik zal u straks proberen duide- iging lijk te maken dat het gehele doorstromingsbeleid terecht moet komen ien- in het centraal registratiebureau. Het zal dan nl. mogelijk zijn de door- ïing- stroming in al haar facetten te bezien. Het is niet de bedoeling dat n mijnheer A naar het huisje van mijnheer B verhuist, maar dat een veel- =wer- heid van mensen, die wellicht bereid zijn door te stromen, in een grotere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1296