1310 18 NOVEMBER 1971 scholen in het bijzonder onderwijs uitbetaling zouden moeten krijgen, waardoor de gelijkstelling waarop de heer Froger doelde in deze zin dus volledig gehonoreerd wordt. De heer Froger vraagt of er toch mo gelijkheden zijn om tot een oplossing te komen en spreekt over een talenpracticum dat wel bij de gemeentelijke 1. t.s. aanwezig is en niet bij de katholieke 1.1. s. Ik heb mij daarin verder niet verdiept en de heer Froger zal dat op dit moment ook niet van mij verwachten. Ik weet wel dat men bij de gemeentelijke 1.t.s. zelfs graag twee ta lenpractica zou willen hebben; via de normvergoeding zou men inder daad een en ander kunnen aanschaffen. Bovendien hebben technische scholen ook altijd nog leerlingenbij dra gen. Dit is trouwens bij alle scholen gebruikelijk,ook bij de school voor het part-time onderwijs, waar men natuurlijk voor bepaalde voorzieningen ook uitbetaling kan verkrijgen. Die mogelijkheden zijn bij vele scholen aanwezig; ook bij scholen voor lager onderwijs worden zoals bekend toch vaak voor zieningen voor het onderwijs aangeschaft, die niet uit de gewone ver goeding zijn betaald. De heer FROGER: Ik wil toch heel ernstig aan het college vragen te onderzoeken of er niet een mogelijkheid bestaat deze scholen aan deze technische middelen te helpen. Ik wil hierbij een misschien ra re vergelijking maken. Ik vind dat als wij in Breda bijna 600. 000, -- over hebben voor 1000 leerlingen bij het muziekonderwijs wij bij dit elementaire onderwijs toch wel mogen zorgen voor de beste en meest perfecte hulpmiddelen. Ik wil met nadruk aan het college vragen te trachten een weg te vinden en de school te wijzen hoe men aan deze apparatuur kan komen. De heer BROEDERS: De heer Froger doet mij een idee aan de hand, waarbij ik even kijk naar de andere kant van deze tafel. De heer Fro ger wijst nl. de ruimte aan, die ik in een andere portefeuille zou kun nen vinden. De heer FROGER: Ik wijs geen ruimte aan, maar trek een verge lijking. De heer BROEDERS: De heer Froger zal overigens wel hebben op gemerkt dat wij in Breda belangrijk boven de onderwijsvergoedingen aan het onderwijs betalen. Wij hebben dus bepaald wel oog voor die ontwikkelingen, maar aan de andere kant zal de heer Froger het met mij eens zijn, dat het rijk de verantwoordelijkheid voor deze ontwik kelingen zal moeten aanvaarden, gezien het feit dat dit onderwijs een rijkszorg is. Ik zie op het ogenblik geen reële mogelijkheid, maar mocht dit t. z. t. wel het geval zijn dan wil ik dit uiteraard gaarne bekijken. De heer FROGER: De rijksoverheid schiet tekort; laten wij dan voor onze Bredase kinderen zorgen.' Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig dit preadvies besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1310