1318 18 NOVEMBER 1971 Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN: De bouw van die woningwetwoningen is natuurlijk op zich een verheugende aanvul ling van het woningbouw contingent, maar voor mij is het zo lang zamerhand niet meer duidelijk dat voor een woningwetwoning, waar aan toch een sociale indicatie verbonden is, 261,-- kale huur wordt gevraagd, hetgeen praktisch neerkomt op 350,-- tot 375,-- huur per maand. Het is nauwelijks nog een woningwetwoning te noemen. De heer VAN DUIJL: Voortbordurend op de bewering van mevrouw Stockmann ben ik bij een verdere berekening tot de conclusie gekomen dat deze woningen bereikbaar zijn voor mensen met een inkomen van rond 1500,-- per maand. Dat betekent dat bij toepassing van de voorhanden zijnde verordening de voor woningwetwoningen ingeschre venen net niet in aanmerking komen, omdat hun inkomen daarbuiten valt. Ik wil het college dus vragen hoe het deze woningwetwoningen denkt toe te wijzen. Heeft het college verder de bedoeling deze wo ningen toch bij voorkeur toe te wijzen aan diegenen, voor wie deze woningen toch uiteindelijk bestemd zijn? Daarbij zal dan uiteraard de huursubsidieregeling moeten worden toegepast. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik wil bezwaren maken tegen een gedeelte van de tekst. Op de eerste bladzijde wordt gesproken over bezwaren, die o. a. door de opbouwraad zijn ingebracht tegen het nieuwe bestemmingsplan en de winkelbebouwing in de Hoge Vucht. Hierop aansluitend wordt dan gezegd: "zulks is evenwel niet het geval ten aanzien van o. a. een op bouwterrein aan de Doornboslaan gesi tueerd bouwblok, enz." Ik wil even een verslagje aanhalen uit De Stem over de indertijd gehouden hearing. Daarin werd het volgende vermeld: "Niettemin stond een deel van het totale plan gisteren in feite buiten iedere discussie." Het plan moest nl. op 15 mei 1971 in Den Bosch binnen zijn; het was dus een haastgeval. Er waren dus wel bezwaren, maar deze konden niet meer gehonoreerd worden. Vervolgens stond in datzelfde verslagje: 'Na 2| uur praten was men zover aat de aanwezigen hiervoor begrip konden opbrengen.Ik heb dus toch wel bezwaren tegen de in het voorstel gebruikte uit drukking, omdat men hieruit zou kunnen afleiden dat er geen be zwaren tegen het plan bestonden. De heer VAN DUN: Mevrouw van Nes heeft volkomen gelijk. Dit is een redaktie, die aanleiding geeft te veronderstellen dat er van de kant van de opbouwraad geen bezwaar tegen het plan bestond. Ik weet duidelijk hoe de procedure indertijd was. De opbouwraad en de gemeente hebben elkaar kunnen vinden op het punt van de ur gentie van het gehele projekt en de continuïteit van de bouw en er is gezegd dat een en ander dan maar doorgang zou moeten vinden. Dat betekent inderdaad niet dat er geen bezwaren waren. Een aantal woorden uit de tekst is derhalve onjuist. Mevrouw Stockmann verwondert zich over de huurprijzen van woningwetwoningen, die toch gemiddeld 300,-- bedragen. Ik ge loof dat wij daarover niet veel kunnen zeggen. Het is alleen triest te moeten constateren dat het gewoon niet goedkoper kan; dat is een probleem van deze tijd. Ik meen dat wij door aannemingsmaat schappijen geen goedkopere woningen kunnen laten bouwen en ik geloof dat ae enige oplossing is, aie door de heer Spanjer in het vorige debat is aangegeven, dat het rijk een mogelijkheid schept

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1318