18 NOVEMBER 1971
1320
van doelstellingen en leerplannen alleen maar nodig is om school
toetsen te kunnen vergelijken. Ik vind dat in feite een onjuiste be
nadering. Onze fractie zou liever gesteld zien dat die harmonisatie
juist kan bijdragen tot een meer optimaal onderwijsbeleid, waarin
voor strakke structuren en antieke zuilenscholen geen plaats meer is
en waarin in vloeiende onderwijsvormen de oplossing wordt gezocht.
In het preadvies wordt in die zin gesproken over longitudinale leer
stofplanning; dit is voor mevrouw van Nes misschien een wat moei
lijke term. Bij deze vloeiende onderwijsvormen zijn kleuter-, basis-
en vervolgonderwijs duidelijk op elkaar afgestemd, zowel qua doel
stelling als qua leerplan. Het preadvies past overigens in deze filo
sofie en wij gaan er daarom ook gaarne mee accoord. Tenslotte
staat op blz. 2 nog dat de schooltoetsen zouden kunnen worden
samengesteld in overleg met de toekomstige plaatselijke school
begeleidingsdienst. Onze fractie zou dit iets strakker geformuleerd
willen zien in die zin dat het belangrijk is dat deze werkzaam
heden voorzover mogelijk volledig worden geihtegreerd in de school
advies- en begeleidingsdienst.
De heer GIELEN: Namens onze fractie wil ik gaarne dank brengen
aan de 8 leerkrachten, die de moeite hebben genomen ernaar te
streven een plan te realiseren, waarvan al onze kinderen en hun
ouders profijt kunnen hebben. Het is een proeve van een goed leer
plan. In dit leerplan zijn de mogelijkheden aanwezig voor een ver
gelijking van de werkelijke waarde ten aanzien van alle basisscholen.
Het is toe te juichen dat ernaar gestreefd wordt in het basisonder
wijs één methodisch-didactische lijn te verkrijgen. Een dergelijk
gemeenschappelijk leer- en werkplan kan zeer belangrijk zijn voor
het onderwijs en een mogelijkheid voor een gemeenschappelijke
basis kan ontstaan voor het vervaardigen van een schoolvorderingen-
toets. Wij hopen dan ook dat via dit plan een kind op de voor hem
of haar meest geschikte school voor voortgezet onderwijs zal terecht
komen en dat de tijd van onzekerheid voor de ouders en hun kinderen
voorbij is. Wij zien met belangstelling een uitgewerkt plan tegemoet,
nl. het z.g. centraal leer- en werkplan. Wij zijn als fractie gaarne
bereid onze goedkeuring te geven aan het voorliggende preadvies.
Toch hebben wij nog enkele vragen ten aanzien van dit stuk. Hoe
komt het dat er pas nu een verzoek aan de raad wordt gedaan?
Hoe staat het college tegenover de onkosten, die volgend jaar zul
len ontstaan? In grote lijnen is dit plan nl. klaar en in de komende
jaren zal men door moeten gaan met de uitwerking, of heeft het
college de bedoeling dit in handen te geven van de schooladvies-
en begeleidingsdienst?
De heer VAN OS: Ik wil bij dit voorstel uitdrukkelijk de dank
overbrengen van de P. A. K.-fractie en D'66 voor het initiatief dat
de regelingscommissie schoolexamens heeft genomen. Het hoorde
strikt genomen niet eens tot haar taak en men heeft bijzonder snel
en doeltreffend gewerkt. Men hoopt zoals in het voorstel wordt ge
zegd begin 1972 klaar te komen en ik geloof dat het een uitge
sproken winstpunt zal zijn als de diverse basisscholen wat nauwer
op elkaar worden afgestemd. Ik wens de commissie veel succes toe
met haar werk en hoop dat zij inderdaad binnen de gestelde tijd
zullen kunnen klaarkomen.