1335
18 NOVEMBER 1971
zou inhouden. Ik geloof dat iedereen er begrip voor zal hebben dat ik
mij moet houden aan een zeer duidelijke afspraak, die ook is opgeno
men in het reglement van orde. De voorstellen van burgemeester en
wethouders zijn nu aan de orde en zolang ik onwetend ben over andere
voorstellen blijft dat vanzelfsprekend zo. Ik geloof dat dit de orde ook
van deze vergadering ten goede zal komen.
De heer VAN OS: Het tunneltje van Van Loon is er op deze ma
nier ook ingekomen.
De VOORZITTER: Het gaat om goede voorstellen, alternatieven
en wijzigingen in voorstellen, maar het moet wel op de normale ma
nier gaan.
De heer FROGER: Mag ik u een alternatief voorstel aanbieden?
De VOORZITTER: U mag alles, bijna alles.
Door de heer Froger wordt het volgende alternatieve voorstel in
gediend:
"DE RAAD DER GEMEENTE BREDA IN VERGADERING BIJEEN OP 18-11-
'71 BESLUIT HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,
AGENDAPUNT 30, BIJLAGE 376, TERUG TE NEMEN, TENEINDE EEN
ALTERNATIEVE OPLOSSING NADER TE ONDERZOEKEN".
Dit voorstel is ondertekend door de heren Froger, Koertshuis,
Von Schmid en Jansen.
De heer AMERICA: In tweede instantie zal ik mij weer houden
aan de spelregels die hier gelden en die ik ook onderschrijf. Ik heb
in eerste instantie heel duidelijk willen zijn; ik bied mijn verontschul
digingen aan voorzover ik al te duidelijk ben geweest. Ik wil zelfs over
gaan tot het uitbrengen van dank; ik ben nl. erg gelukkig met twee ge
dane toezeggingen ten aanzien van het tweede en derde deel van het
voorstel. Wij zijn het daarover duidelijk eens. Wij zijn het in feite
niet eens over de ontwikkeling van de gebeurtenissen en ik wil in vo
gelvlucht nog een aantal feiten noemen, die mij ertoe hebben gebracht
om in eerste instantie een en ander bijzonder fel te zeggen. In de be
groting 1971 wordt niet over deze zaak gesproken, terwijl het toch ge
bruikelijk is als het college van burgemeester en wethouders bepaalde
toezeggingen heeft gedaan alvast een bepaald bedrag in de begroting
op te nemen. In de begroting 1972 wordt ook niet over deze zaak ge
sproken. Daarin staat slechts dat in de Dreef 8 een gemeenschapshuis
gevestigd is, waarvoor een huursubsidie van 25.000, wordt gegeven,
en terwijl dit bij andere zaken wel het geval is staat hierbij niet dat nog
een voorstel aan de raad zal worden toegezonden. Er is daarom ook geen
vraag over gesteld; wij leefden in de veronderstelling dat die 25. 000, --
huur betrekking had op het gebouw in de huidige toestand. De toezegging
die het nieuwe college heeft gedaan is de afdeling of raad op geen en
kele wijze kenbaar gemaakt. Wij hebben diverse keren over gemeen
schapshuizen gesproken en dan is steeds ter sprake geweest gemeenschaps
voorzieningen voor Tuinzigt, Heusdenhout, de Driesprong en de Wisse
laar, maar nooit is gesproken over Dreef 8, terwijl toch vanaf januari
een druk overleg over deze zaak heeft plaatsgevonden. Ik zou het toch
bijzonder op prijs hebben gesteld als wij in deze zorgen hadden kunnen
delen en in een eerder stadium zouden hebben kunnen