23 NOVEMBER 1971 1342 verkrijgen van financieringsmiddelen hebben natuurlijk een remmende invloed op de voorbereiding van nieuwe projekten. Ik zou daarom in dit verband wel eens van het college willen horen, welke "adequate financiële mogelijkheden" straks via de gemeentefondsuitkeringen kun nen worden geboden. In dit verband verwijs ik naar uw antwoord op vraag 5. Ik zei al dat mijns inziens de geraamde kapitaalslasten van niet gerealiseerde investeringen in feite gereserveerd zouden moeten kun nen worden. Bovendien hebben de resultaten van de laatst afgesloten rekeningen reeds aangetoond, dat de afwijkingen tussen de cijfers van de begroting en van de rekening zo belangrijk zijn, dat men ofwel de begroting veel nauwkeuriger dient samen te stellen ofwel de uit gaven van de algemene dienst c.q. de resultaten van de bedrijven stringent dient te bewaken. Het nadelig saldo van de rekening 1970 bedraagt gelukkig geen 2.500.000,--, maar volgens nadere becij feringen ongeveer 1.000.000,--. De waarde van de begroting wordt echter niet bepaald door dit uiteindelijke nadelige saldo, doch veeleer door de afwijkingen in de onderdelen van die begroting. Juist die af wijkingen verontrusten mij. Ik zal hierop nu niet dieper ingaan, om dat ons nog een nadere analyse is toegezegd. Mijns inziens mag echter een afwijking van 1.336.000,-- tussen begroting en rekening bij het ENWA-bedrijf niet kunnen voorkomen. Evenzeer is er eenvoudig iets mis, wanneer u op 1.113.000,-- winst rekent en uitkomt op een verlies van 211.000,--. De begroting 1973 zou op een geheel nieuwe en kritische wijze bekeken en vastgesteld moeten worden, terwijl dan tegelijkertijd -- wil dit effect sorteren -- maatregelen genomen moeten worden die een efficiënte kostenbewaking verzekeren. Men is begonnen met de centrale financiering en de steeds verder gaande centralisering begint zich thans ook op verschillende beleids sectoren te manifesteren zonder nochtans directe financiële conse quenties voor het plaatselijk budget. Toch betekent deze verdere centralisering een verschraling van de mogelijkheden in het totale welzijnsbeleid. Begrotingsbehandeling. Over de manier waarop, bij wijze van proef, de begrotingen in een vijftal afdelingen zijn behandeld in het openbaar, is mijns in ziens niemand tevreden. Dit experiment is volkomen mislukt, maar met deze opzet kon dit ook niet anders. Tegen deze opzet had de raad eerder kunnen en moeten reageren. Het kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn geweest alleen en uitsluitend de antwoorden op schrif telijk gestelde vragen te behandelen. Het is altijd de bedoeling van de democratiseringscommissie geweest de openbare behandeling te doen plaatsvinden voör de schriftelijke behandeling, opdat daardoor de cijfermatige behandeling beter, op de juiste plaats en door de best geïnformeerde raadsleden kon plaatsvinden. Het gaat hierbij om heel belangrijke zaken, welke voor het sluitend zijn van de begroting en voor de begroting zelf van evident belang kunnen zijn. Men zou hierbij bijvoorbeeld kunnen denken aan de winstuitkering van het ENWA-bedrijf. Wij zijn het er allemaal over eens dat de behandeling van dit jaar duidelijk niet de juiste was. In mijn algemene beschouwingen over de begroting 1967 heb ik bij dit vraagstuk uitvoerig stilgestaan. Ik heb mijn betoog van destijds

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1342