1352 23 NOVEMBER 1971 geachte investeringen te doen plaatsvinden. Bij de thans gevolgde me thode van toewijzing onttrekt de beslissing zich volledig aan net oog van de burger en het gemeentebestuur. Het is dan ook begrijpelijk dat het gerucht gaat dat de gemeenten met de beste relaties in Den Bosch de voorkeur genieten. 4. Democratisering. Sinds de installatie van de democratiseringscommissie werden slechts enkele, niet zo belangrijke, adviezen aan het college uitgebracht. Het is een moeilijk terrein dat door de commissie moet worden be studeerd. De nota die kortgeleden aan u is aangeboden bevat enkele zaken, zoals de openbaarheid van de afdelingsvergaderingen, die zul len kunnen bijdragen tot een eerste stap naar verdere inspraak bij en invloed op de besluiten door de burgerij. Wij zijn ervan overtuigd dat de interesse voor het maatschappelijk gebeuren stijgende is. De activiteiten van uw college en de demo cratiseringscommissie op dit terrein dragen hiertoe zeker bij. Het betoog van een van de raadsleden over de directe democratie tijdens de vergadering over de regio heeft ons zeer aangesproken. Wij zijn van mening dat directe democratie veel verschillen van inzicht en onbegrip over de uitvoering van besluiten kan wegnemen. Daarom willen wij pleiten voor experimenten op het vlak van de overdracht van bevoegdheden en daarmede verband houdende ver antwoordelijkheden naar opbouwraden, buurtcomité's e. d. Wij moeten echter wel bedenken dat inspraak alleen maar waardevol kan zijn, indien deze gevolgd wordt door meebeslissingsrecht, met tot slot de medeverantwoordelijkheid voor de uitvoering van besluiten. 5. Binnenstad. De financieringsbeperkingen zullen ongetwijfeld de uitvoering van de plannen voor ae binnenstad nog meer dan voorheen gaan vertragen. De bebouwing vertoont steeds grotere gaten. De stad wordt door deze afbraak en ook door de slechte staat van verschillende braakliggende terreinen sterk ontsierd. De stedebouwkundige adviesraad zal bij het opstellen van de nieuwe plannen natuurlijk een belangrijke rol gaan spelen. Het is echter een zaak die veel studie en tijd vraagt. Nemen wij daarnaast de financie ringsbeperkingen in aanmerking dan staat het wel vast dat wij er niet op moeten rekenen dat wij op korte termijn een definitieve verbetering tot stand kunnen brengen. Zoals gezegd dragen de gaten in de bebouwing en de slechte staat van verschillende terreinen bij tot de ontsiering van de binnenstad. Ook bestaande gebouwen zijn in zo'n slechte staat dat in veel gevallen van verkrotting moet worden gesproken. Wij zouden het college in overweging willen geven op de eigenaren van particuliere en niet gemeentelijke overheidsgebouwen een dringend beroep te doen, deze percelen een enigszins dragelijk aanzien te ge ven. Wat betreft de gemeentelijke eigendommen doen wij uiteraard hetzelfde verzoek aan U. Verder zouden w ij u op dit terrein willen aanbevelen de afbraak tot een minimum te beperken en eerst kort voor het realiseren van de nieuwbouw plannen te doen plaatsvinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1352