1353 23 NOVEMBER 1971 Over de drie hoofdpunten stellen wij het volgende; I. Bestuur. Tijdens de behandeling van de Bouvigne-zaak heeft onze fractie twee algemene zaken aan de orde gesteld, die door de wat bijzon dere behandelmg van het zo gevoelige Bouvigne-probleem niet door U werden beantwoord. Wij zouden hierop nu willen terugkomen. Het betreft hier de infor matie aan de raad en de contacten van raadsleden met instellingen en bedrijven buiten de raad. In antwoord op een door zeven raadsleden en mijzelf gestelde vraag verwijst u concreet naar uw antwoord op een vraag van een ander raads lid. Het komt erop neer dat u weigert bepaalde ambtelijke stukken in handen te geven van de raad. U motiveert deze weigering door te ver wijzen naar een studie over de openbaarheid van ambtelijke stukken door het college. Wij vinden deze aangelegenheid van groot belang voor de toekomst. Wij menen dat u in uw antwoord met uw verwijzing naar de studie over de openbaarheid van ambtelijke stukken op de verkeerde weg bent. Die openbaarheid van ambtelijke stukken rs natuurlijk een be langrijke zaak, maar met de gesignaleerde weigering aan raadsleden heeft zij niets van doen. Niet de openbaarheid van ambtelijke stukken, maar de informatie aan mederaadsleden is aan de orde. Het college en het overige deel van de raad vormen het onver deelde bestuur van de stad. Zij zijn gezamenlijk verantwoordelijk. Alleen al omwille ddarvan moeten alle raadsleden inzage kunnen krijgen van en beschikken over alle ambtelijke stukken waarover dat gemeentebestuur de beschikking heeft. Verder zijn wij van mening dat artikel 72 of 73 van de gemeentewet bedoelt aan te geven dat alle stukken beschikbaar moeten zijn voor de gehele raad. In het belang van een goede behandeling van de verdere voorstellen aan deze raad zullen wij graag uw mening over deze aangelegenheid ver nemen. Als tweede algemene punt is in de Bouvigne-zaak aan de orde gesteld het probleem van raadsleden die uit hoofde van hun particu liere beroep of functie beschikken over informatie die van belang is bij de beoordeling van en besluitvorming over raadsvoorstellen. Wij zijn van mening dat deze raadsleden uit een oogpunt van algemeen belang bedoelde informatie beschikbaar dienen te stellen aan de raad. Ook hierover zouden wij graag de mening van het college horen. Verder zou ik op het punt van het bestuur terug willen komen op het bedanken voor de raad van de heren Bary en van der Werff. Zij hebben in een interview met de pers nogal krasse uitspraken ge daan over deze raad. Een paar van deze uitspraken wil ik nog wel in uw herinnering terugroepen: - "Er wordt een onnoemelijke hoeveelheid tijd besteed aan con flicten". - "Er wordt zoveel getheoretiseerd over verandering van de maatschap pijstructuur dat er nauwelijks meer tijd overblijft voor het bestuur lijke werk". - "Er wordt te veel gepraat en te weinig bestuurd".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1353