1359
23 NOVEMBER 1971
Ten aanzien van de ontwikkelingen van de Markt zelf merken wij
op dat we het bijzonder betreuren dat de alternatieve plannen louter
beperkt zijn tot verkeersplannen.
Er ligt helaas nog geen enkel concreet plan ter tafel, over wat er
met de Markt moet of zal gaan gebeuren met betrekking tot de leefr
baarheid en over het ontmoetingscentrum inclusief horecamogelijk-
heden. Wij vragen ons af of er dan wel van een goede alternatieve
keuze sprake kan zijn. Welke invloed hebben de alternatieven op de
toekomstige bestemming?
Graag willen wij de suggestie doen om eens te onderzoeken of het
wellicht mogelijk is de goed gerestaureerde vishal over te brengen naar
de Markt, waar zij in ieder geval als ontmoetingsplaats zoy kunnen
dienen.
In aansluiting op deze opmerking wil het onze fractie toch graag
van het hart, dat wij ons hoe langer hoe meer zorgen maken over
het uitblijven van een meer fundamentele gedachtenwisseling over
de totale binnenstadsproblematiek. Wij veronderstellen dat openbare
werken, de sociografische dienst en het bureau van Heesewijk hard
werken. De burgerij tast echter wat betreft de uitgangspunten nog
volledig in het duister.
Volkshuisvesting.
Onze fractie wil graag met u een regionaal woningmarkt-onderzoek
bepleiten. Wij denken in dit verband aan een regionaal opgezette
inventarisatie in de vorm van een woningkartotheek.
De ontwikkeling van nieuwe plannen zal steeds vaker en nauw
keuriger getoetst moeten worden aan de zich snel wijzigende in
zichten omtrent de leefbaarheid. Wij hopen dat de Stedebouwkun-
dige Adviesraad in deze zin zijn inbreng zal weten waar te maken.
Persoonlijk vraag ik mij eveneens af of er wellicht in Breda een
proef is te nemen met woningbouw waarbij de afwerking wordt over
gelaten aan de "doe-het-zelf-bewoner" van deze tijd. Ik kan mij
neel goed aansluiten bij de gedachte van Ir. Cornelissen, die deze
bij de behandeling van dit hoofdstuk in de Tweede Kamer der S. G.
heeft uitgesproken.
Past het nog wel in deze tijd, dat de adspirant bewoner verplicht
wordt om met het huis een of meer door de bouwer voorgeschreven
slaapkamerkast(-en) in de maag geschoven te krijgen?
Daarnaast deelt onze fractie uw zorg om gedurende lange tijd nog
over een relatief grote hoeveelheid woningen uit de laagste huurklasse
te kunnen beschikken. De doorstroming is niet op gang gekomen. De
financiële bijdrage wordt veeleer beschouwd als een meevallertje
wanneer men reeds besloten heeft te gaan verhuizen. Renovatie is de
enige methode om naast het bestaande woningbestand in deze vraag
naar goedkope woningen te voorzien.
Een nieuwbouwwoning kostte in 1930 ca. 3.000,--,
in 1949 ca. 11.000,--,
in 1961 al 21.000,--,
in 1969 38. 000,--,
en vandaag de dag ca. 45.000,--, welk bedrag jaarlijks met
ca. 8 a 10% zal stijgen.