1361 23 NOVEMBER 1971 Het antwoord op vraag 11, met betrekking tot het investerings plan gesteld, doet vermoeden dat deze informatie voorlopig nog niet voorhanden zal zijn en de gevolgen van investeringen nog niet kunnen worden overzien. Vervolgens kom ik op de sluitende begroting. Dit is een begrip, waar ik overigens meteen een vraagteken achter zet. Met betrekking tot de mogelijkheden van een sluitende begroting kunnen we vrij kort zijn. De gemeentelijke belastingen kunnen worden gezien als de sluit post om de inkomsten en de uitgaven op gelijke hoogte te houden. Diezelfde gemeentelijke belastingen liggen in Breda ca. 20% boven het minimum dat de ministers van Financiën en Binnenlandse Zaken hanteren voor het peil waarop deze belastingen moeten liggen wil de gemeente voor een aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds in aanmerking komen. Blijkens uw antwoord op onze tweede vraag zijn wij van alle Nederlandse gemeenten met een inwonertal van 100.000 - 200. 000 de enige die de minimum-norm hebben overschreden en geen aan vullende uitkering gevraagd. Dat wil zeggen dat wij naar de maat staven die in de andere gemeenten worden gehanteerd, in wezen al een paar jaar met een niet sluitende begroting zitten, doch dat voor de buitenwereld niet willen erkennen, noch er zelf in willen geloven. Wij vinden het een bedenkelijke zaak dat in de begroting 1972 niet tenminste de ernst van de situatie aan de orde is gesteld. Onze mening dat op korte termijn een aantal structurele veranderingen in het beleid noodzakelijk is, kwalificeert u als een bewering die u op dit moment niet kunt onderschrijven. Op grond van de overwegingen die ik U reeds heb uiteengezet blijven wij de mening toegedaan dat wij ons dienen voor te bereiden op datgene wat o.i. komen gaat: - ofwel een groot aantal voorstellen tot sanering van de uitgaven als gevolg van een onderzoek naar het maatschappelijk belang van een aantal gesubsidieerde instellingen en van een bezinning op het afstoten van een aantal oude taken, - ofwel een confrontatie binnen niet al te lange termijn met een niet-sluitende begroting, met alle gevolgen van dien. Milieubeheer. Ik kom dan nu op het behoud en beheer van ons leefmilieu. Dit is een kernprobleem in de komende tijd, dat een krachtige bestuurlijke aanpak vereist, zowel binnen de Gemeente als in de Regio en West-Brabant. Onze fractie is van mening dat het milieubeheer behoort tot de gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid, burger en indus trie. Het beleid van de gemeente zal daarom gebaseerd en gericht moeten zijn op die gezamenlijke verantwoordelijkheid. Wij waar deren het dat het college voor 1972 een beleidsnota heeft toegezegd, maar naar onze mening mag dit niet leiden tot uitstel en vertraging van maatregelen en besluiten die voor een krachtig milieubeleid noodzakelijk zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1361