1363
23 NOVEMBER 1971
7. Een centraal administratiekantoor is voor Breda o. m. noodzakelijk
om:
ade zich uitbreidende gemeentelijke werkzaamheden op te vangen
zonder tot een evenredige personeelsuitbreiding te moeten over-
gaan;
b. alle ambtenaren die werksituatie te geven, waarin tot volledige
ontplooiing der capaciteiten gekomen kan worden;
c. het publiek die service te kunnen verlenen die zij van haar
overheid mag verwachten.
8. Het is wenselijk dat op elke hotelkamerdeur in Breda een platte
grond van het hotel wordt aangebracht met de vluchtwegen daarop
aangegeven welke in het geval van brand dienen te worden ge
bruikt.
9. De kosten van de schoolmelkvoorziening, welke thans nog ten laste
van de gemeente komen, dienen bij het huidige peil van welvaart
door de ouders te worden gedragen en vormen geen overheidstaak
meer.
10. Het is wenselijk dat de goede samenwerking tussen ambtenaren,
college en gemeenteraad ook voor het komende begrotingsjaar
gecontinueerd wordt en aan een vruchtbare besluitvorming in het
belang van onze eigen stad moge bijdragen.
De heer KRAMER:
De reden van mijn aanwezigheid op deze plaats op dit moment
vindt zijn oorzaak in de huiselijke omstandigheden van mijn fractie
voorzitter, die daardoor onvoldoende tijd beschikbaar had voor de to
tale begrotingsbehandeling.
In de 20 minuten welke onze fractie hiervoor --in goed overleg
met de andere fracties -- gebruiken mag, hoop ik, over de volgende
punten enkele korte opmerkingen te maken:
le. De financien;
2e.Het bestuur in het algemeen, waarvan het personeelsbeleid een
niet onbelangrijk deel zal zijn;
3e. Recreatie;
4e. Het Welzijnsbeleid.
Bij de hoofdstukken hoop ik dan enige aandacht aan de culturele
zaken te schenken.
FINANCIËN.
In de miljoenennota van dit jaar komt deze zin voor: "voortzet
ting van een terughoudend beleid t. a. v. gemeentelijke investeringen".
We weten dan heel duidelijk hoe het met de financiële positie van de
gemeenten is gesteld. Ook voor de gemeente Breda is de financiële
situatie heel moeilijk. Wij zijn via ingewikkelde beschikkingen aan
handen en voeten gebonden. Het verzorgingsniveau in Breda loopt ge
vaar, om over de centrumfunctie maar te zwijgen.
Toch zijn wij blij, dat er wederom een sluitende begroting voor
ons ligt. Daarvan blijven wij voorstander, omdat anders de laatste
kans van een zelfs maar zeer beperkte vrijheid verspeeld zou worden.
Van de gemeentelijke autonomie en het zelfbepalingsrecht van de
raad blijft op deze manier maar weinig over. Het staatsrechtelijk
karakter van gedeputeerde staten wordt naar mijn mening steeds meer