1371 23 NOVEMBER 1971 24 van deze gebouwen kunnen neerzetten. Bij elk besluit zal moeten worden gewogen of het welzijn van de burgers bevorderd wordt. Wat is het welzijn van burgers in een stad? De afhankelijkheid van de inwoners t» a. v. de gemeentelijke voorzieningen wordt steeds groter en dat maakt de invloed van de gemeente op het welzijn van de burgers zeer groot. Honderd jaar geleden zorgde de gemeente voor niet veel meer dan politie, rechtbank, scholen en wegen. Tegenwoordig kunnen de burgers nauwelijks leven zonder waterleiding, elektriciteit, gas, zie kenhuis, openbaar vervoer, riolering, vuilnisafvoer enz. Deze lijst zal ongetwijfeld nog uitgebreid worden met allerlei andere milieu voorzieningen. De bestuursproblemen zullen daarmee toenemen. Het zal meer onderzoek vragen, meer planning, meer regionale samen werking, en betere bestuurstechnieken. Dat mag op geen enkele manier het leven in een stad nog verder ontmenselijken, maar zal inschake ling van elk individu vergen om ontsporingen te voorkomen. Heel duidelijk zal het accent gelegd moeten worden op welzijnsvoorzieningen van allerlei aard en op meepraten, meedenken en meebeslissen. Nog maals zeg ik dat dit niet moet geschieden omdat dit zo aardig staat tegenover de burgers maar omdat dit een bestuurlijke noodzaak is. Kijken wij hoe deze toekomst in Breda wordt voorbereid, dan ziet het er somber uit. Een langs elkaar werkend geheel van ambtelijke diensten en bedrijven, soms gebrek aan deskundigheid en een volkomen negeren van geluiden uit de burgerij. Het komt voor dat burgers meer dan een jaar wachten op een schriftelijke reaktie, zonder zelfs een bericht van ontvangst te krijgen. Het verzwijgen van informatie aan raadsleden die hun "vrije" tijd moeten verdoen met "research werk". Dat alles wordt "gestuurd" door een rammelend college dat in elke krisissituatie zijn energie verbruikt om zich te handhaven. Bestuurders zullen moeten leren "met de krisis te leven". Zij zullen er op bedacht moeten zijn, dat zij ook "niet van te voren te bepalen faktoren" in hun plannen moeten verwerken. Zo liggen dan de plannen voor 1972 voor ons. Het is het gebruike lijke patroon van hier en daar een beetje meer en door de insnoeting van de centrale overheid ook nog al eens een keer het mes erin. Dat laatste valt het college dus niet te verwijten, de regering heeft ook weinig oog voor de hedendaagse en toekomstige noden van onze maat schappij. Het zal nog heel wat energie en tijd kosten om van deze gemeente een echte leefgemeenschap te maken. Er zal nog heel wat moeten gebeuren om ook de centrale overheid te doen inzien dat zij haar gezag ontleent aan de burgers. Zo merkt U, dat wij niet bepaald enthousiast staan te juichen over de gang van zaken in deze gemeente en dat wij zullen voort gaan Uw beleid kritisch te volgen en te korrigeren waar dat wense lijk en mogelijk is. Wij hebben er vanaf gezien nu in detail in te gaan op begroting, investeringsplan en beleidsnota en hebben ons bepaald tot algemene zaken die ons na aan het hart liggen. U kent dan in ieder geval de achtergrond van onze opmerkingen, die wij in het verdere ver loop van deze begrotingsbehandeling zullen maken. De heer FROGER: Ons aloude vaderlandse spreekwoord "spreken is zilver zwijgen is goud", wordt weinig in deze raadszaal toegepast. Wij zouden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1371