23 NOVEMBER 1971
1372
kunnen zeggen dat al het zilver dat hier verworven wordt de ge
meenschap wel goud kost. Maar het is niet uit het oogpunt van de
bezuiniging dat ik bij de vorige algemene beschouwingen mij in het
spreken beperkte. Zoals wellicht velen onder U zullen hebben be
grepen is het meer geschiedt uit het oogpunt van prudentie. Immers
een nieuw raadslid kan moeilijk oningewerkt zinnige opmerkingen
maken, ingewerkt is het al zo moeilijk.
Nu dan een nieuwe periode weer aanvangt is het goed achterom
te zien om daarna vooruit te zien, waarbij het laatste uiteraard het
belangrijkste is.
Wanneer wij bij het achteromzien dan als eerste punt de werk
wijze van de raad beschouwen en die van onze fractie in het bij
zonder, kunnen wij niet anders zeggen dan dat veel teleurstellingen
een nieuweling ten deel vallen. Het veelal ontbreken van constructieve
samenwerking heeft in de afgelopen periode het raadswerk bemoeilijkt.
Met betrekking tot hetgeen onze fractie zich als doel had gesteld
zijn wij echter toch wel dankbaarveel van onze wensen en strevingen
vervuld te zien. Ik som hierbij op:
1. de samenwerking met de gemeenten in onze directe omgeving.
2. de beveiliging en verbetering van verkeerspunten.
3. de zgn. factor 1| welke op 2 werd gebracht voor het vakonderwijs,
waarin ons voormalig fractielid Schoenmakers een belangrijk aan
deel had.
4. de renovatie van het oude huizenbestand, hetwelk krachtdadig
werd aangevat.
5. de totstandkoming van de pension- en kamerverordening.
Dit zijn allemaal punten uit ons urgentieprogramma.
Van welke zijde ook een van deze voorstellen kwam, steeds konden wij
van harte daar onze steun aan geven, omdat onze politieke opstelling
geen frustrerende bindingen heeft.
Dat is dan ook de oorzaak geweest dat wij al spoedig met de groe
pering Democraten tot een samenwerking kwamen, die steeds duidelijker
laat blijken dat wij het algemeen belang primair stellen, hetgeen een
zakelijke benadering insluit. Wij hopen en vertrouwen dat deze werk
wijze zal voortduren en in velerlei opzicht niet beperkt zal blijven
tot de vertrouwvolle samenwerking die tussen mij, de heer von Schmid,
de heer Koertshuïs en de heer Jansen is ontstaan.
Wanneer wij dan opgesomd hebben wat tot stand kwam in over
eenstemming met ons streven, dient ook aandacht te worden ge
geven aan hetgeen nog niet tot stand is gekomen of voor uitbreiding
of verbetering vatbaar is. Daarbij dient natuurlijk te worden bezien
of daarvoor practisch mogelijkheden aanwezig zijn.
Wij weten dat diverse groeperingen zich inspannen voor de tot
standkoming van een wijkraad. Dit verloopt uitermate moeizaam,
maar toch blijven wij geloven in het nut en de noodzaak daarvan.
Wijkraden zullen, los van enge politieke bindingen, in de toekomst
mede bepalend worden voor het welzijn.
In het onderwijs kunnen wij een algemene bereidheid in Breda
vinden die tot de noodzakelijke vernieuwingen kan leiden. Gelet
op de gemeentelijke bevoegdheden blijven deze uiteraard beperkt
tot basis- en kleuteronderwijs, doch wij zouden steun aan andere