23 NOVEMBER 1971
1378
efficiënter zou moeten worden aangepakt, aan de openbare groen
voorziening en aan een gerichte informatie en voorlichting aan de
burgers van Breda, inzake een bewuste instelling, die wij ons ten
aanzien daarvan zullen moeten opleggen.
JEUGD, SPORT, RECREATIE.
Naarmate men meer vrije tijd krijgt zal de beoefening van sport
en de mogelijkheid tot recreatie en alles wat daar direct of indi
rect mee te maken heeft toenemen. Het zal daarom van de over
heid steeds grotere financiële offers vragen. Hoewel wij financieel
eigenlijk in een kritieke situatie zitten, ben ik van mening dat de
vorming van geest en lichaam een aspect is, dat niet over het hoofd
gezien mag worden.
Ik vraag mij af of men in deze tijd, waarin normen en waarden
zo op de helling staan, juist niet zal moeten streven naar het geven
van alle begeleiding die maar mogelijk is tot het optimaal funktioneren
van de mens in zijn vrije tijd.
Als ik zie, welk bedrag er wordt uitgetrokken voor de Muziekschool,
de Stadsschouwburg, de Beyerd etc. bi j het relatief kleine aantal per
sonen dat van deze voorzieningen gebruik maakt, in tegenstelling tot
de bedragen voor de sport, dan vraag ik mij af of wij als overheid
op de juiste weg zijn.
Wordt het niet onderhand tijd dat wij als overheid het behoefte
element laten meespreken en naar evenredigheid gaan subsidiëren?
De deelname buiten de beroepssport is thans meer passief dan actief
door het ontbreken van sportaccommodatie en het tekort aan spor
tieve vorming.
De schoolgaande en werkende jeugd heeft te weinig mogelijk
heden om onderricht te ontvangen in persoonlijke ontwikkeling be
treffende wonen, leven en denken. Dat hierin het ruimte-probleem
een grote rol speelt ben ik me bewust, maar toch vraag ik mij af
of wij niet met nog meer nadruk de mogelijkheden moeten onder
zoeken en moeten proberen de verwezenlijking van dergelijke ge
legenheden op korte termijn waarborgen.
Er zijn nog 1001 andere punten op te noemen die voor Breda een
grote prioriteit hebben. Ik ben en blijf van mening dat initiatieven,
die een grote belangstelling beogen op te wekken voor actieve deel
name aan sportbeoefening, jeugdgroeperingen en gemeenschapsactivi
teiten, van ons als overheid in grote mate steun verdienen.
Tot besluit hoop ik dat onze discussies zullen bijdragen tot be
grip en tot een constructieve arbeid, zoals men van ons verwacht.
PAUZE.