23 NOVEMBER 1971 1390 te voeren om de begroting goedgekeurd te krijgen. Ik meen dat wij dan nu voor de keus staan om voortaan altijd te ramen op de ministe- rrële circulaire en dus ook als die lager zou zijn dan onze eigen prog nose, Wij kunnen natuurlijk niet elk jaar datgene kiezen wat ons het beste past. Ik geloof dat het verstandiger zou zijn om de keuze van het hanteren van de eigen prognose, zoals tot nu toe gebeurd is, door te voeren. Mocht het zo zrjn, dat die eigen prognose in de loop der jaren wat aan de schrale kant zou zijn, dan zouden wij eens moeten praten. Dre berekening is helemaal uitgekiend. Die aanwijzing heb ben wij niet en u zult ook zien, dat het op een begroting, zoals wij die hebben, eigenlijk een klein verschil is. Bij de sociale zorg ligt de situatie nog riskanter. Daar hebben wij namelijk in 1970 nog mee gemaakt, dat de faktor die wordt toegepast achteraf is verlaagd met twee punten. Dit betekent dat dit doorwerkt naar de uitkomsten. Voor uitvoeriger antwoord over de sociale posten zou ik willen verwijzen naar vraag 10 van het centraal rapport. Ik meen dat wij niet zouden hoeven praten over de inkomsten van ENWAomdat zij zo reëel mogelijk zijn geraamd. Als u de uit komsten ziet van de rekening 1970, dan geloof ik dat daarin een on derstreping is te zien van het feit, dat wij moeten proberen zo reëel mogelijk te ramen. Wij hebben die raming in zoverre aangepast, dat wij -- als wij ons helemaal op de uitkomsten 1970 zouden moeten baseren -- waarschijnlijk eerder nog wat lager zouden uitkomen dan waar wij nu zitten. Dit moet nog verder onderzocht worden, maar er is mijns inziens zeker geen ruimte om nu aan de inkomstenkant royaal te doen. Volgens de heer van Loon mogen financiële overwegingen of consequenties nooit een argument zijn om renovaties achterwege te laten of uit te stellen. In absolute zin is dit echter wel erg sterk uit gedrukt. Ik weet niet of hij hier doelt op de inzet van reserves. Daar over spreekt de heer von Schmidt, wanneer hij spreekt over de beschik king van steeds toenemende algemene reserves. Ik zou hem willen ge ruststellen door te zeggen, dat wij binnenkort wel zullen spreken over de toenemende beschikkingen van de algemene reserve. Als wij de plannen ten aanzien van Hoogspoor bekijken, kunnen wij nu zeggen dat wrj in januari of februari eigenlijk wel de hele algemene reserve in ons financiële beleid ingezet zullen hebben als de raad met onze opvattingen zou instemmen. Wij zullen hiermee nog in de raad naar voren komen, maar wij hebben bij eerdere gelegenheid al eens ge zegd dat wij de reserves willen inzetten. Wij zijn bezig met het investeringsplan en de prioriteitsvolgorde daarin. Ten aanzien van de financiering kan ik heel kort zijn, omdat wij hierover in december gaan praten, U hebt die nota ontvangen. Wij zitten nog met het probleem --ik heb dit al aangekaart --om met elkaar de synchronisatie te verwezenlijken van investeringsplan en financieringsplan. Ik kan u natuurlijk wel zeggen, dat wij de opstellingen van beide plannen bi] gedeputeerde staten presenteren. Mijns inziens bestaat daar ook de bereidheid om met die opstelling van de raad zo mogelijk enigszins rekening te houden. Die functie is naar mijn idee duidelijk aanwezig. Het blijft echter waar, dat het bij de huidige situatie op het terrein van financiering eigenlijk onmogelijk is om wat vooruit te kijken. Wij zullen hierop in december veel sterker terugkomen. Ik vind dit niet alleen erg omdat wij dus te weinig krijgen, maar ik vind het veel erger omdat wij hierdoor een verlammende invloed

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1390