1394 23 NOVEMBER 1971 diezelfde nieuwbouw in het investeringsplan 1971-1975 een extra bult veroorzaakte in het investeringsvolume, overigens samen met het zwembad Noord. De tijd die ons door deze tijdelijke oplossing geboden wordt gefeft ons echter ruimte om alternatieven te beoorde len. Ik heb dus geen bezwaar tegen een eventuele inbouw van de sociale dienst in een bestuurscentrum, mits dat centrum er dan wel komt natuurlijk. Wij zijn nu al vijftien jaar bezig over een nieuw stadskantoor, zij het dan onder een andere naam, doch ik ben niet van plan nog vijftien jaar te wachten. Indien het er op korte termijn komt en indien de sociale dienst de parterre-verdieping ter beschik king zou krijgen in verband met de grote toeloop van cliënten, dan kan ik daarmee vrede hebben. Ik heb intussen wel vernomen dat ook andere diensten van mening zijn, dat zij een grote toeloop van de burgers zullen hebben en óók de parterre willen hebben. Het zal dan wel een plat gebouw van een kilometer lengte moeten worden, denk ik. Er zijn ook nog andere combinaties denkbaar. U zou zich kunnen voorstellen dat de huidige sociale dienst in hetzelfde gebouw gecom bineerd wordt met andere dienstverlenende instellingen, die op het ogenblik over de stad verspreid zijn. Op zo'n manier zou men kunnen komen tot een "sociale supermarkt". Daarnaast zijn er ook ideeën -- nog geen plannen -- voor een regionalisatie van de sociale diensten. Er zijn plannen om in Nederland te komen tot veertig grote sociale diensten, waarvan Breda er één zou zijn. Dat zou dan tevens beteke nen, dat die sociale dienst dan ook weer groter wordt en ook los van de gemeente komt te staan. Ik waag het te betwijfelen of dan de juis te plaats in het stadskantoor is. Ik zou nu willen overgaan naar stelling 9 uit het proefschrift van de heer Sandberg over de schoolmelk. Ik meen dat ook in het vraag- en antwoordboek een vraag hierover is gesteld, waarop wij hebben geantwoord dat deze zaak in studie is en dat u daarvan nog nadere mededelingen zult ontvangen. Intussen is het advies van de geneeskundige dienst binnengekomen, maar ik moet daarover nog spreken met de gezondheidsdienst. In januari hoop ik hierover u dus mededelingen te doen of een voorstel van het college met betrekking tot deze materie aan u voor te leggen. Om in de stijl van de heer Sandberg te blijven zou ik ten zeerste moeten "opponeren" tegen één punt dat door hem is behandeld. Hij zegt op gegeven moment, dat "een duidelijk waarneembare oorzaak van de ongunstige budgetaire positie van Breda het vrij omvangrijke ambtenarenapparaat is". In Tilburg wonen 30. 000 mensen meer, terwijl er 300 ambtenaren minder zijn. Dit scheelt 8.000. 000,--. In een vorige functie heb ik nogal veel te maken gehad met een bedrijfsvergelijkend onderzoek. Dat is intussen weer een poos geleden, maar één ding heb ik toch zeer goed onthouden. Men moet bij bedrijfsvergelijkingen zeer voorzichtig zijn. Op het eerste gezicht komt men met losse sommetjes -- al of niet op een sigarendoosje -- soms tot merkwaardige verhoudingscijfers en uitkomsten. Zelf doe ik dat ook wel eens. Onlangs las ik in de maandoverzichten van de sociografische dienst, dat er in Breda 35. 000 huizen zijn. Aannemende dat al die huizen bewoond zijn, betekent dit dus 35. 000 economische eenheden. Als men aanneemt dat in sommige tehuizen meerdere mensen wonen, zou men ruwweg kunnen schatten dat in Breda 40, 000 economische eenheden of kost winners zijn, In het verslag van de sociale dienst las ik op gegeven moment, dat er 20. 000 rapporten gemaakt worden door het bureau onderzoek en rapportage aan de Kloosterlaan. Als men deze twee

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1394