1395
23 NOVEMBER 1971
cijfers dan naast elkaar stelt dan zou men kunnen denken dat 50% van
de Biedase bevolking steunt op de sociale dienst. Verhalen over drem
pelvrees willen er bij mij dan niet goed meer in. Men zou tevens kun
nen stellen dat het dan goed mis zit met de inkomensverdeling. Aan
de directeur heb ik dan ook eens gevraagd of die redenering klopte,
maar dat was natuurlijk niet het geval. Het is echter wel waar, dat
25 van de Bredase bevolking in de dossiers van de sociale dienst
zit. Dat wil echter niet zeggen, dat ook 25 van de Bredase bevol
king inderdaad uitkering krijgt van de sociale dienst. Ik wil alleen
maar zeggen, dat dergelijke vlotte sommetjes niet altijd kloppen.
Het verhaal van Tilburg ken ik echter ook. Men hoort het overal en
het schijnt waar te zijn. De bron ervan heb ik echter niet kunnen ach
terhalen. Het is natuurlijk wel een belangrijke zaak, als het waar zou
zijn. Wij hebben dan ook pogingen aangewend om er toch achter te
komen hoe dit precies zou zitten op een enigszins vergelijkbare manier.
Van de afdeling personeel heb ik een staatje gekregen, waarvan mij
gegarandeerd werd dat het beslist en exact waar is. Ik kan niet oordelen
over de vraag of Tilburg 30. 000 meer inwoners heeft of niet. Ik weet
wel dat zij boven de 150.000 zitten, terwijl wij op 122.000 komen.
Dat zal dus wel waar zijn. Wat de ambtenaren betreft hebben wij in
Breda -- exclusief het openbaar onderwijs, ook in Tilburg --op
1 september 1971 1684 ambtenaren in dienst. In Tilburg zijn er op
dezelfde dag 1978. Dat zijn dus 294 ambtenaren méér, en niet 300
minder. Bekijken wij de cijfers per dienst dan blijkt dat wij in Breda
nog drie diensten hebben, die in Tilburg niet bestaan. Wij hebben in
Breda sociale werkvoorziening, organisatie-adviseur, de sociografische
dienst en de stadsschouwburg. Tilburg heeft natuurlijk ook wel een
stadsschouwburg, doch dat is een aparte stichting die niet onder de
gemeente valt. In Breda hebben wij bovendien een waterbedrijf met
veertig man personeel, wat in Tilburg ook weer een aparte dienst is
die niet onder de gemeente valt. Verder moet ik voor Tilburg de be-
stratingsdienst aftrekken -- die wij niet hebben -- waar nog 95 mensen
werken. Als ik nu met dit alles rekening houd, kom ik tot de conclusie
dat Breda 307 ambtenaren minder heeft dan Tilburg. De stelling van
de heer Sandberg is dus niet juist. Overigens zegt deze bedrijfsverge-
lijking natuurlijk nog niets. Er bestaat dan wel een evenredige verhouding
ten aanzien van het aantal inwoners, maar het kan best zijn dat beide
gemeenten nog te veel of te weinig ambtenaren hebben.
De heer Sandberg zegt op een gegeven moment, dat van een
duidelijk beleid, gericht op het terugbrengen van het relatieve beslag
van de exploitatiekosten, niets blijkt. Heeft hij hier de personeels
kosten van de gemeente bedoeld, dan moet ik zeggen dat wij in de
begroting toch duidelijk hebben aangegeven dat in 1971 de uitbreiding
beperkt was tot 200, 000 gulden op halfjaar-basis, terwijl bij uw voor
stel voor 1972 een beperking tot 300.000, -- geldt.
Ik ben bijna door de mij toegewezen spreektijd heen. Ik moet
echter -- last but not least -- reageren op het vrij lange betoog van
de heer Kramer over het personeelsbeleid. Daarin staan eigenlijk twee
kernpunten. Op gegeven moment vraagt hij wat wordt bedoeld in de
beleidsnota met de zin: "de middelen om het personeelsbeleid in vol
le omvang tot ontwikkeling te brengen zijn beperkt". Hij geeft daar
op zelf drie antwoorden.
Als hij aan mij vraagt wat wij bedoelen, geloof ik toch óók een ant
woord te mogen geven. Wij bedoelen aan te geven dat de wetenschap
pelijke bezetting van een afdeling personeel in een gemeente van de