23 NOVEMBER 1971 1398 aan een zaak als deze vooraf moeten gaan. In de tweede helft van 1972 mag verwacht worden, dat een afgerond schetsplan gereed zal zijn. De op dat moment te kiezen uitgangspunten, grondslagen en an dere zaken zullen dan zeker met de raad, de raadsafdeling voor ruim telijke ordening en economische zaken, en met de stedebouwkundige adviesraad worden doorgesproken. In de vorige raadsvergadering heeft u, mijnheer de voorzitter, zelf al de mededeling gedaan -- het is bijzonder verheugend -- dat het uitbreidingsplan Haagse Beemden is goedgekeurd door gedeputeerde staten. Ik ben geneigd op de vraag van de heer von Schmid in hoeverre hierbij de stedebouwkundige adviesraad nog te pas komt opnieuw een opmerking te maken, die ik al vier keer in deze raad heb geplaatst: ten aanzien van de tewerkstelling van de stedebouwkundige adviesraad moeten wij niet de illusie hebben dat deze raad --zo hij dit jaar of begin volgend jaar tot stand komt -- met een blanke lei kan beginnen. Er zijn nu eenmaal een aantal zaken gedaan. Wat is echter de situatie ten aanzien van de Haagse Beemden? Intern is gereed: het ontwikkelingsrapport Haagse Beemden. Het zal op zeer korte termijn aan uw raad en aan de afdelingen uit de raad gepre senteerd worden. Het zal deel uitmaken als onderwerp van discussie bij de bespreking in de raad. Tevens zal het voor de stedebouwkundige ad viesraad hèt gegeven zijn om, van daaruit werkend, over te gaan tot en mee te denken in de detaillering en verdere bebouwing van het plan Haagse Beemden. Ook ten aanzien van de Galderse Meren heeft de voorzitter ge zegd, dat dit wat ons betreft akkoord is. Ik meen wel te mogen stellen, dat eerst 15 oktober bij het college het verzoek is binnengekomen om de Galderse Meren op advies van de democratiseringscommissie aan te wijzen als onderwerp van inspraak. Dat is inderdaad de mening van het college. Wij zien dat zelfs heel graag. Van de kant van het college moeten wij echter ook eerlijk zeggen, dat wat ons betreft nu niet het interessantste plan door u als democratiseringscommissie is gekozen. Het is duidelijk dat men bij bemoeienis met de Galderse Meren van uit Brede dan ook de democratiseringscommissie van Rijsbergen en van Nieuw-Ginneken op bezoek krijgt. Het is een gezamenlijk plan van drie gemeenten. Anderzijds is het natuurlijk wel een interessant plan tegen de achtergrond van de recreatiemogelijkheden. Het is echter tegelijkertijd verweven -- u heeft dat in het goedkeuringsbesluit ge zien -- met een veelheid van juridische problemen, waarbij ik mij afvraag of dat nu het plezierigste werk is voor de democratiserings commissie. Het staat wat bot, maar als u wilt behandelen wij dit heel graag. Het lijkt echter niet het meest interessante object. Tenslotte was er nog een laatste vraag van de heer van Loon, die iets met bestemmingsplannen te maken heeft: hoe staat het met de afbouw van de Hoge Vucht Heusdenhout en Upelaar. Op dit mo ment zou ik grofwegTiuhhen zeggen, dat Hoge Vucht wacht op zijn randbebouwing van het winkelcentrum met daarvan nog een gedeelte lijke uitbreiding. Heusdenhout wacht op de bouw van het winkelcen trum met een aantal woningen en flats voor bejaardenhuisvesting. Bij IJpelaar moeten nog een aantal deelvoorzieningen worden getroffen. Ik meen echter dat dit een te grove schets is en niet een antwoord op de vraag van de heer van Loon. Ik zeg hem echter toe, dat aan de afdeling in kaartvorm met details een overzicht wordt toegezonden, waarin de resterende factoren duidelijk geëtaleerd zullen worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1398