23 NOVEMBER 1971 1406 ook een voorwaarde. U weet dat de raad heeft besloten dit toe te pas sen in de 62 premiewoningen IJpelaar, maar kort daarna heeft de raad besloten dit af te koppelen. Het is dus niet aan de orde. Samenvattend gezegd: de vier dingen die moesten gebeuren, zijn ook inderdaad geschied. In het rapport was anderzijds een aantal aanbevelingen vermeld of wenselijkheden. De heer van Loon zal mij ten goede houden dat ik deze -- gezien de tijd -- niet allemaal opnoem. Als ik echter na een gesprek met de directeur van het Energie- en Waterbedrijf hoor wat er gebeurd is, moet ik vaststellen dat inderdaad het merendeel uitge voerd is. Ook de controle is voltooid. Het enige wat niet is gebeurd betreft het aanbrengen van filters in de leidingen in de nabijheid van de ketels. De doodeenvoudige reden hiervoor was, dat er geen filters verkrijgbaar waren die de goedkeuring hebben van het Stoomwezen. De heer van Loon vraagt ook naar de toestand van de corrosievorming in de terreinleidingen. Als ik goed ben geïnformeerd -- en de raad moet mij dat niet euvel duiden als ik dit niet precies weet -- dan is aan de afdelingen van het ENWA-bedrijf toegezegd een overzicht over de geaccumuleerde tekorten tot op het moment van vandaag in de hele problematiek van de wijkverwarming. Dat wordt aan de afdelingen ter bespreking voorgelegd en de mening van de directeur van het ENWA-bedrijf is, dat die tekorten voor een groot gedeelte te maken hebben met de corrosieproblematiek. Als de raad ermee akkoord gaat zal dan ook het toegezegde stuk het aan de afdeling gegeven inzicht ook de hele problematiek van de corrosie omvatten. Die informatie wordt daarbij betrokken omdat technische zaken nogal een relatie heb ben tot de financiële zaken van de afgelopen jaren. Bij bespreking van de corrosie op zichzelf is de mededeling vanuit het ENWA van belang, dat de laatste metingen die met name in IJpelaar werden ver richt, niet ongunstig zijn. Ook aan de warmtemeting besteedt de heer van Loon nogal veel aan dacht. Ik meen te moeten stellen, dat het college nog steeds op het standpunt staat dat de voorkeur gegeven wordt aan het leveren van onbemeterde warmte, dat dit op een aantal plaatsen niet gebeurt doch dat wij proberen dit geleidelijk te bereiken door eerst de resultaten van de nieuwe tariefstelling, die zojuist is ingevoerd, in rellatie daar toe te bezien. De aardgasvoorzieningen van de tuinbouw waren oorspronkelijk ingepast in de hele urgentie in de financiering van 1971. Dit is de raad mijns inziens bekend, omdat u die overzichten al had gekregen. Het is bij de bepaling van alle urgentiezaken niet meegenomen in de hoogste prioriteit. Wij zitten daarmee, omdat de ambitie wat is af genomen met het dalen van de olieprijzen. Dat geeft naar mijn me ning voorlopig enige ruimte. Desalniettemin zijn er toch een aantal tuinders, die daarvoor al voorbereidingen hadden getroffen tot een bedrag van 55. 000, - Door het Energie- en Waterbedrijf zijn hier voorzieningen getroffen. Tot slot nog een korte opmerking over de rekening 1970 en de begroting 1970 van het ENWA-bedrijf. De heer van Loon constateert terecht, dat er een verschil is. Hij zegt dan dat er iets mis is. Met die laatste constatering moeten wij echter even wachten totdat naast de bestaande analyse van dat hele verschil 1970 vanuit de dienst -- wat er reeds is -- ook het accountantsrapport over 1970 verschenen is om dan met deze twee gegevenheden narst elkaar verstandig te praten over 1970. Dat is mijns inziens ook toegezegd aan de afdeling, ^e

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1406