139 11 FEBRUARI 1971 De heer VAN LOON: Dat heeft de gemeenteraad van Breda ook gedaan! De heer VAN DER WERFF: Er was in een eerder stadium al een comissievergadering geweest. Wel verwachten wij bij uw voorstel inderdaad een duidelijke en verantwoorde analyse van de financiële consequenties voor onze stad. Het college heeft ons namelijk in vroeger tijden wel eens doen participeren in ondernemingen die tenslotte gevaarlijke finan ciële risico's opleverden. De toezegging van burgemeester en wet houders ten aanzien van een onderzoek naar de mogelijkheid van serviceverlening van de secretarie in de wijken verheugt ons. Ik zou er het volgende advies aan willen verbinden: als het moge lijk en te realiseren is, zorgt u dan dat u de proefneming hebt genomen op zo korte termijn, dat bij een eventuele uitbreiding van het grondgebied van Breda de nieuwe bewoners op een goed lopende serviceverlening kunnen rekenen. Wi] geloven dat het een goede zaak is -- dat was de toe zegging van het college -- dat de beleidsnota voor de planning op langere termijn, het groene boek, die, dit ter verduidelijking, ten aanzien van de financiële aspecten geen gegevens biedt maar wel over de structurele, de infrastructurele en de bevolkingssituatie, bijtijds zal worden uitgebracht. Ik meen dat daar inderdaad alle reden toe is. Nog een enkel punt over overheid en voorlichting. In de praktijk zijn noch de bestuurders, noch de administratie en zelfs de burgers op volledige openheid ingesteld, met als gevolg dat de burgers zich vaak op details richten en de grote lijnen niet zien. Om een goede voorlichting te geven -- ik weet dat u dat nastreeft met het informatiecentrum dat in april gelukkig zal wor den geopend -- is het noodzakelijk dat de desbetreffende dienst of ambtenaren niet slechts over een redelijk budget beschikken maar ook dat zij overal bij alle autoriteiten en bij de belang rijkste besprekingen voortdurend toegang hebben. Zij dienen bin nen omschreven richtlijnen gerechtigd te zijn vrijelijk over de gegevens te beschikken in het belang van een goede en zinnige communicatie tussen autoriteiten en publiciteitsmedia, want anders werkt het niet. Ik geloof dat het college een stap in de goede richting doet met de voorlichting na de besprekingen van het col lege zelf, maar in die "pipeline" van de voorlichtingsambtenaar moet mi jns inziens ook een zekere voorraad zitten die er op het kritieke moment komt uitrollen. Een enkel woord nog over het investeringsplan in het kader van deze begrotingsbehandeling. Wanneer de wethouder stelt dat het duidelijk is dat van de plannen die er liggen slechts een ge deelte, nog geen 50%, zal kunnen worden uitgevoerd. Wethouder BROEDERS: Als u meent dat de wethouder dat heeft gezegd hebt u hem toch verkeerd verstaan! De heer VAN DER WERFF; Ik meen dat dit uit het plan zelf en uit de financiële situatie van Breda zou kunnen blijken, maar als de wethouder mij wil tegenspreken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 139