25 NOVEMBER 1971
1412
Wat de opmerkingen van wethouder de Raaff betreft heb ik met
enige vreugde menen te mogen vaststellen dat ook hij van mening
is dat coördinatie en integratie zal moeten plaatsvinden. Ik heb er
begrip voor dat hiervoor veel tijd en tact nodig is, maar ik wil het
college toch vragen de raad regelmatig van de voortgang van het
overleg op de hoogte te houden. Ik ben enigszins teleurgesteld over
het antwoord ten aanzien van het "civic-centre", gemeentelijk admi
nistratiegebouw of bestuurscentrum, zoals ik het heb genoemd.
De wethouder heeft gezegd in verband met tijdnood in moeilijk
heden te zijn geraakt met betrekking tot de verdere studies over het
"civic-centre". Ik heb hiervoor alle begrip, maar heb wat moeite
met zijn opmerking dat wij weer opnieuw moeten gaan studeren. Ik
herinner mij dat wij indertijd zelfs het bureau Berenschot hebben in
geschakeld en waarschijnlijk zijn er alle mogelijke ambtelijke ad
viezen uitgebracht met betrekking tot het administratiegebouw en het
"civic-centre". Verder neem ik aan dat een uitvoerige studie heeft
plaatsgevonden ten aanzien van de benodigde ruimte voor de Sociale
Dienst. Ik ben zo verschrikkelijk bang dat als wij nu weer opnieuw
gaan studeren er over tien jaar veel studies zullen zijn verricht, maar
dat deze studies dan weer verouderd zullen zijn en wij weer opnieuw
moeten beginnen. Ik geloof dat wij er op deze manier niet uitkomen.
Er bestaat naar mijn mening een grote behoefte aan een dergelijk ge
bouw. Vorig jaar heb ik het idee gelanceerd dan maar derden in te
schakelen voor het effectueren van dit gebouw. Ik geloof dat deze
mensen over het algemeen over de nodige deskundigheid beschikken.
Een dezer dagen heb ik gelezen dat, zij het voor een ander project
van een behoorlijke omvang, men op basis van "no cure, no pay"
een bureau heeft ingeschakeld voor het kant en klaar maken van een
plan. Wellicht bestaat voor Breda ook een dergelijke mogelijkheid.
De VOORZITTER: U bent aan verdubbeling van uw tijd bezig,
mijnheer van Loon!
De heer VAN LOON:.Dan zal ik het heel kort maken. Ik moet
u zeggeri dat ik enigszins teleurgesteld ben over het antwoord van
dë wethouder met betrekking tot de wijkverwarming. De wethouder
zegt dat er verband bestaat tussen de technische en financiële te
korten en zegt later dat de toestand in de IJpelaar niet ongunstig
is. Het wordt mij dan toch. wel een beetje duister. Ik wil best het
accountantsrapport voor de Enwa afwachten met betrekking tot het
grote verschil.
Tenslotte wil ik met betrekking tot de openbare bibliotheken op
merken dat ik enorm geschrokken ben en dat ik toch ook wat moeite
heb met de zogenaamde aanvullende subsidies in die zin dat. ik het
in feite wat ver vind gaan, dat een stichting als deze, die weet over
welke subsidies zij kan beschikken, kennelijk zonder al te veel moeite
deze subsidies belangrijk overschrijden. Achteraf wordt dan de raad van
Breda met deze tekorten geconfronteerd, die er dan maar voor moet
opdraaien.
Met betrekking tot artikel 61 wil ik graag nader zien aangegeven
welke bevoegdheden de in dit artikel genoemde commissie verkrijgt.
Ik wijs een en ander dus niet bij voorbaat af, maar ik kan mij moeilijk
een oordeel vormen als ik niet van tevoren weet welke bevoegdheden
aan deze commissie ex artikel 61 zouden worden toegekend.