25 NOVEMBER 1971 1414 1972-1976 aangeeft. Ik geloof dat vele woningen nu al aan renovatie tóe zijn en dat als wij die renovatie binnen een kortere termijn zouden kunnen uitvoeren, waardoor wij met een niet-sluitende begroting zouden moeten gaan werken, dit een argument zou kunnen zijn om daarop goedkeuring te verkrijgen. Verder wil ik de wethouder nog vragen of hij in verband met de tijd nog denkt gelegenheid te hebben nu eens concreet aan te geven welke goedkeuringen nu wel en niet nood zakelijk zijn bij een niet-sluitende begroting. Indien de tijd hiervoor te kort is kan de wethouder misschien op een andere plaats hierover informatie verstrekken. Verder blijven wij wat de verhoging van belastingen en heffingen betreft toch moeite houden. Op dit moment is er in het gehele land toch wel sprake van een zorgwekkende situatie en wel op allerlei terreinen, met name ten aanzien van de inflatie en de dreigende werkloosheid. Ik meen dat er op dit moment sprake is van een uit zonderlijke situatie, waaraan wij het recht zouden moeten kunnen ontlenen de algemene uitkeringen op een andere wijze te ramen dan normaal het geval is. Naar onze mening zijn ingeval wij dit doen ingevolge de ministeriële circulaire de verhogingen niet noodzakelijk en dragen wij bij tot een matiging in de prijsstijgingen. Tenslotte een uitspraak van de heer von Schmid, die ons toch wel heeft ver baasd. Hij zegt dat wij ons hierbij a-politiek moeten opstellen. Ik geloof dat hij met deze uitspraak al duidelijk politiek bedrijft. Wij zijn het dan ook volkomen met hem oneens en vinden dat een poli tieke opstelling ook in deze raad noodzakelijk is. De heer SANDBERG: De kritische blik van De Stem heeft mij in eerste instantie na 18| minuut afgestopt en ik ben zo vrij geweest met uw goedvinden de resterende 1| minuut aan dit betoog vast te plakken, omdat er een aantal zaken is dat ik de revue wil laten passeren. Ik hoop overigens dat die kritische blik van de betrokken redacteur in de toekomst nog wat kritischer mag worden. Misschien verdient de aanschaf van een betere bril aanbeveling. Het is inder daad een lachwekkende zaak dat ik in de rubriek "Raadsellachjes" word opgesierd met een blauwe partijdas. Ten behoeve van enige klaarheid in de wat troebele blik van De Stem zou ik wel plecntig willen verklaren dat ik mij nimmer een dergelijk kledingstuk heb aangeschaft en dit ook nimmer zal doen. Mocht iemand mij willen verblijden met een dergelijke das, dan zal ik categorisch weigeren zo'n ding om mijn nek te hangen. De VOORZITTER: U bent nu ongeveer H minuut bezig! De heer SANDBERG: Ik wil dan nu even aanstippen wat collega fractievoorzitters naar voren hebben gebracht over het college. Ik ben bijzonder blij dat allen, naar mijn weten zonder enig voor overleg, zo uitvoerig hebben stilgestaan bij de bestuurskracht van het college en raad. Wij sluiten ons volledig aan bij de wensen met betrekking tot meer informatie, meer inzicht in alternatieven, infor matie in een eerder stadium en een betere wisselwerking tussen raad en dagelijks bestuur. Ik wil u ook meteen zeggen dat wij ons duide lijk distanciëren van alle opmerkingen, van welke kant dan ook, die tenderen naar een veronderstelde kwade opzet van de kant van het college. Wij hebben een aantal aanmerkingen op de bestuurlijke gang van zaken, zoals wij ook zakelijke verschillen van mening hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1414