25 NOVEMBER 1971 1422 geen enkele behoefte aan die ijsbaan zolang er b.v. geen instructie zwembaden zijn. Tot nu toe hebben wij weinig fundamentele wijzi gingen op dat punt meegemaakt en als ik wethouder van Dun hoor praten over een nieuwe onderbrenging van de gemeentelijke diensten dan maak ik daaruit toch wel zo'n beetje op aat wij een nieuw stad huis gaan bouwen. Ik ben blij dat de heer van Loon dit ook heeft geregistreerd. Dit alles moet dan nl. terdege onderzocht worden. En zoals de heer van Loon ook al naar voren bracht is het enige wat je van een dergelijk onzerzoek kunt verwachten dat men over b.v. vier jaar klaar is met het onderzoek, waarna wordt geprobeerd of het plan inderdaad kan worden verwezenlijkt. Wij kunnen echter over eén ding heel zeker zijn; over tien jaar ligt de zaak helemaal an ders. Het onderbrengen van gemeentelijke diensten kan volgens mij maar op één manier snel en goed geschieden: zet gewoon een heel normaal kantoorgebouw neer, waarin men de vrijheid heeft de ruim ten groter of kleiner te maken. Men kan er dan voor een aantal jaren in terecht. Na tien of twintig jaar zullen wij dan wel merken of er iets anders moet worden gedaan. Een lange studie heeft geen zin. Wij moeten de zaken aanpakken voorzover zij op dit moment erg duidelijk zijn. Er is veel geklaagd over de centrale financiering, waarbij wij ons wel van harte aansluiten. Wij zijn het beslist niet eens met alle beknottingen, die er op het ogenblik plaatsvinden. Dat stelt dan natuurlijk wel hoge eisen aan de doelen, waaraan dat weinige geld wordt besteed. Wij moeten dus bijzonder kritisch zijn en ons geld weer niet aan verkeerde zaken uitgeven. Wij moeten op de allereerste plaats denken aan het welzijn van de burgers van deze stad en de kwestie van de centrumfunktie wel heel voorzichtig benaderen. Het praten over de centrumfunktie van Breda wordt gewoon een lachertje als de burgers van Breda hierdoor in de kou zouden blijven staan. Tenslotte vinden wij dat er aan het stuur van onze gemeente een forse ruk zou kunnen worden gedaan. Natuurlijk is het evenwicht belangrijk, maar een goede koers is nog veel belangrijker. De heer FROGER: Eerst even een korte opmerking aan het adres van de heren Sandberg en van Os. Zij hebben beiden gesproken over de spreektijd. Wij hebben een voortreffelijk tijdw aarnemer in ons midden: de heer Quadekker heeft mij verzekerd dat de heer von Schmid 12 minuten, de heer Jansen 6 minuten en ik 7 minuten heb ben gesproken, tezamen 25 minuten, zodat wij eigenlijk nog 15 mi nuten tegoed hebben. Over betrouwbare informatie gesproken, mijn heer Sandberg! De zaak ligt voor mij een beetje moeilijk. Ik moet nl. ook voor onze dubbelfractie reageren op hetgeen het college heeft gezegd naar aanleiding van uitingen van de heer von Schmid, die hedenmiddag niet aanwezig kan zijn. Vanuit de raad en ook onzer zijds zijn ernstige bedenkingen geuit over het beleid en de bestuurs kracht van het gemeentelijk bestuur. Ons inziens glijdt het college in zijn antwoord daarover wel heel gemakkelijk heen. Hieruit moet worden opgemaakt dat het zich niet bewust is van de indruk, die het doen en laten van het college en de raad de laatste tijd maken op de belangstellende burgers. Die indruk is bij lange na niet gunstig en dat is jammer, omdat daardoor de positieve kanten van het be leid bedenkelijk op de achtergrond raken. Erger is het indien deze tendens zich gaat voortzetten en daarop is alle kans wanneer wij ons niet tijdig van het gevaar bewust zijn. Daarom vervult het optimisme van het college ons met meer zorg; er kan alleen maar narigheid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1422