1427
25 NOVEMBER 1971
volstaan. In verband met de hoofdstuksgewijze behandeling kan ik
eventueel later bij de onderwijsbegroting op deze aangelegenheid nog
terugkomen. De heer Crul zal mij niet kwalijk nemen dat ik niet uit
voerig kan ingaan op zijn vraag over het al dan niet goedkeuren van niet-
sluitende begrotingen. Ik heb er persoonlijk wel behoefte aan hierop uit
voerig in te gaan, maar wil mij ook aan de spreektijd houden. Een niet-
sluitende begroting kan worden goedgekeurd in twee gevallen. De ene
mogelijkheid bestaat wanneer er een saneringsplan is opgesteld, waar
mede de tekorten van dit jaar in de komende jaren worden ingehaald.
Dat veronderstelt dus een saneringsplan en dan moeten wij het zelf be
talen, als ik het op die manier mag uitdrukken. Een andere mogelijk
heid bestaat wanneer er in vergelijking met andere gemeenten door
structurele oorzaken een tekort aanwezig is. Het betreft dan buitenge
wone omstandigheden, die niet voor andere gemeenten gelden, maar
typisch voor Breda. Ook dan kan een niet-sluitende begroting worden
goedgekeurd en kunnen die tekorten in de komende begroting gewoon
officieel worden erkend en meegeteld worden voor de uitkering. Wij
menen dat op dit moment dat structureel tekort voor Breda niet is aan
getoond. Wij hebben over deze zaak met de directeuren, de hoofden
van dienst en chefs een bespreking gehad, waarbij wij samen tot de
overtuiging zijn gekomen dat deze situatie voor Breda nog niet bestaat.
Wij kunnen geen goedkeuring verkrijgen op een niet-sluitende begro
ting, als naar onze mening het verzorgingspeil zal worden aangetast.
Ik meen in eerste instantie in het betoog van de heer Crul te moeten
beluisteren dat hij van mening is dat het verzorgingspeil is achterge
bleven vanwege de financieringsmoeilijkheden. Ik heb betoogd dat
dat niets te maken heeft met een al dan niet sluitende begroting. De
financiering, die bijzondere moeilijkheden oplevert, waardoor ons werk
in ernstige mate wordt belemmerd, heeft niets te maken met het al
dan niet sluitend zijn van de begroting. Ik meen dat het voorbeeld van
de renovaties niet helemaal juist is. Het college heeft ten aanzien van
de praktische uitvoering van de renovaties aangegeven, dat deze moet
gebeuren in het voorgestelde tempo. Tal van omstandigheden, ook wat
de bewoners betreft, spelen hierbij een rol. Wij kunnen nu eenmaal niet
alles tegelijkertijd renoveren. De financiering zou daarbij nog een moei
lijkheid kunnen zijn.
De heer Crul heeft verder gezegd dat zijn fractie moeite heeft met
de verhoging van belastingen en tarieven. De heer Crul weet dat ook het
college deze zaak niet al te prettig vindt. Hij is echter niet ingegaan op
datgene wat ik betoogd heb. Wij zouden nl. kunnen switchen. De ramin
gen liggen nu volgens de ministeriële aanwijzingen iets hoger dan volgens
onze eigen prognose. Naar mijn mening is het mogelijk niet alleen voor
dit jaar, maar ook voor de komende jaren de ministeriële aanwijzingen
te volgen. Ik heb echter gewezen op een mogelijke consequentie. Van
af 1963 hebben wij onze eigen prognose gevolgd. Tot nu toe hebben wij
altijd hogere inkomsten kunnen ramen, omdat wij onze eigen prognose
hebben gevolgd; nu ligt het iets hoger, met alle risico's vandien, ook
met betrekking tot de sociale bijstandsuitkeringen. Wij zouden een en
ander kunnen wijzigen, maar wij kunnen niet het ene jaar dit en het
andere jaar dat doen. Dat heb ik willen betogen. Ik weet niet of de
heer Crul van mening is dat wij nu de switch zouden moeten maken en
voortaan zouden moeten ramen volgens de ministeriële circulaires. Hij
is ook niet ingegaan op de gedachte dat de raming van de inkomsten
bij de Enwa duidelijker hoger zou kunnen zijn, hetgeen naar de me
ning van het college dus op dit moment bepaald niet waar is. Misschien
dat de heer Crul tijdens de behandeling van de bedrijf6begrotingen hierop