25 NOVEMBER 1971
1428
nog terugkomt. Wij hebben ook nog gezegd dat een systematische aan
passing van tarieven en belastingen destijds met de raad besproken is
in het kader van het gehele financiële beleid van de gemeente, waar
bij afgesproken is dat wij het op deze wijze zouden doen.
De heer Sandberg is ingegaan op de door mij gemaakte vergelij
king. Ik ben nog altijd van mening dat hij verkeerde conclusies heeft
getrokken en dat hij zaken heeft vergeleken die niet met elkaar te ver
gelijken zijn. De heer Sandberg zegt wat gehandicapt te zijn, omdat
hij met de financiële expert van zijn fractie, de heer van Graafeiland,
geen overleg heeft kunnen plegen. Ik ben graag bereid t. z.t. met de heer
Van Graafeiland hierover nog eens nader van gedachten te wisselen. Ik
weet niet of ik dan zal spreken met een raadslid of met een Ird van het
college. In ieder geval wil ik het graag nog een keer doen. De heer
Sandberg zegt verder dat wij ten aanzien van de bijkomende kosten in
de mist zitten. Ik, geloof een en ander als volgt te mogen zeggen: niet
alleen de kapitaalslasten zijn bij investering belangrijk; ook de gevol
gen van die investering zijn belangrijk. Die gevolgen kunnen tweele
dig zijn. Een gevolg zou kunnen zijn dat de exploitatiekosten lager
worden; een ander gevolg zou kunnen zijn dat die exploitatiekosten
hoger worden. Wij hopen in de opstelling van het eerstvolgend inves
teringsplan die aspecten te verdisconteren. Zoals ik in eerste instantie
al heb gezegd durf ik niet te garanderen dat wij hierin helemaal zullen
slagen. Ik kondig het streven aan. Wij zijn nu met de opzet bezig en ik
hoop hiermede voor het eerstkomende investeringsplan klaar te komen.
De heer SANDBERG: Mag ik dan even vragen of de wethouder dui
delijk de bedoeling heeft zich te beperken tot de kosten, die samenhan
gen met de totstandkoming van de investering. Dat is concreet een ant
woord op vraag 11.
De heer BROEDERS: Neen, niet tot de kosten van totstandkoming.
Ook na de totstandkoming zal rekening gehouden moeten worden met
optredende kosten. Bij de aanleg van een sportveld b.v. zullen wij er
rekening mee moeten houden, dat het in de toekomst zal moeten worden
onderhouden. Daarvoor zullen mensen moeten worden aangetrokken. De
exploitatie zal dus verzorgd moeten worden. Behalve de kapitaalslasten
zullen wij dus in de begroting ook moeten opnemen de kosten voor de
instandhouding van het object. Het kan ook andersom zijn. Wij zouden
b. v. ook een investering kunnen doen in het vervoerbedrijf. Ik denk dan
aan een methode om het vuil goedkoper te verwerken door de handkracht
gedeeltelijk uit te schakelen. Ik geloof dat wij het nu wel eens zijn over
de bijkomende kosten. Ik kan de heer Sandberg verder niet helemaal de
finitief beantwoorden ten aanzien van een ander punt. Ik meen nl. dat
er nog een misverstand in het spel is. Ik geloof dat de heer Sandberg
nog altijd uitgaat van de gedachte dat van de 5 gemeenten van de
grootte van Breda, die tekort-gemeenten zijn, alleen Breda een slui
tende begroting heeft, en, dat concluderend, de andere 4 gemeenten een
aanvullende uitkering hebben aangevraagd. Ik heb de vorige keer gezegd
dat dat niet vaststaat. Wij hebben dat niet kunnen verifiëren, noch bij
het Ministerie, noch bij de Raad van de Gemeentefinanciën. Deze vier
gemeenten zouden nl. een tijdelijk tekort kunnen hebben, dat door mid
del van een saneringsplan in de komende jaren zou kunnen worden inge
lopen. Ik neig ertoe hiermede ernstig rekening te houden. Ik meen dat
als men een aanvrage indient voor een aanvullende uitkering men dan
zal waken voor het overschrijden van de minimumnorm, want als men
dan toch een tekort heeft dan hoeft men de extra inspanning van, het