1431 25 NOVEMBER 1971 samen het programma van eisen te realiseren. Dit zou voor het colle ge een zekere geruststelling betekenen met betrekking tot een snelle realisering van dit hoognodige gebouw. Een ander misverstand bestaat er met direct tussen mij en de heer Kramer, maar zeker tussen de heer Froger en mij. Er is nl. gesproken over de Galderse Meren. De heer Kramer kan er nog net mee meegaan dat dit nog geen recreatieproject is. Ik geloof overigens dat het het wel zal worden. De heer Froger ver wijt het college een wat boude afwijzing van de inspraakprocedure in zake de Galderse Meren. Niets is minder waar. Het college stelt de inspraak van de raad of de democratiseringscommissie ten aanzien van de Galderse Meren zeer op prijs. Aan de anderekant echter gelooft het college vanuit zijn wetenschap inzake de Galderse Meren in alle bescheidenheid te moeten zeggen dat indien men aan zijn trekken wil komen en echt wil meepraten dit project niet interessant is. Waar om is dit project niet interessant? Op de eerste plaats, omdat het ligt op het grondgebied van drie gemeenten. Op de tweede plaats, omdat er een juridische verwevenheid in het geding is en op de derde plaats, omdat de recreatieve voorzieningen op dit moment in verband met subsidie nog niet helemaal duidelijk voor ogen staan. Dit is helemaal geen boude afwijzing. Er is helemaal geen bezwaar tegen als de de mocratiseringscommissie wil meepraten. Het college geeft alleen een handreiking door te adviseren, indien men werkelijk wil meepraten over bestemmingsplannen, hiervoor een ander project te kiezen. Er zijn dus echter totaal geen bezwaren en ik hoop dat dit bij de heer Froger goed overkomt. Overigens zegt de heer Froger nog dat hier nu maar meteen een antwoord wordt gegeven, terwijl er geen vooroverleg heeft plaatsgevonden met de democratiseringscommissie. Wij moeten toch wel uit twee zaken kiezen. Op 15 October j. 1. is bij het college een rapport binnengekomen van de democratiseringscommissie over de Galderse Meren. Wij mogen er dan toch wel de tijd voor nemen om dit te beantwoorden. De heer Froger kan ook in deze vergadering een vraag stellen, waarop hij dan geen antwoord krijgt. Wij menen echter dat het hoffelijk is antwoord te geven op vragen van raadsleden en daar om is de zaak in dit geval niet rechtstreeks via de democratiseringscom missie behandeld. Ik. hoop dat ook de heer Froger dit ziet als een misver stand, Verder meen ik dat er nog een misverstand heerst. Ik heb al ge zegd dat er een aaneenschakeling van misverstanden is. De heer Kramer spreekt nl. over een kinderverkeertuin, waarbij hij zich wat zorgelijk uit over het door mij eveneens toeëigenen van deze portefeuille. Ik geloof dat de heer Kramer nu eens moet leren dat niet alles onder re creatie valt. De heer KRAMER: Toch wel, als ik tenminste het investerings plan bekijk! De heer VAN DUN: De heer Kramer brengt op een bepaald mo ment die verkeersspeeltuin in een duidelijke relatie met de verkeers problematiek in Breda. Ik meen dan ook dat ik er vanuit mijn porte feuille iets mee te maken heb, maar ik neem op voorhand aan dat in dien de heer Kramer de heer Mans ook nog wil interpelleren hij hier toe gaarne bereid zal zijn. De heer Kramer suggereert overigens dat een verkeersspeeltuin zou kunnen bijdragen tot het voorkomen van ongeluk ken met kinderen in onze stad. Ik heb goed begrepen dat er tussen ons geen verschil van mening bestaat over datgene wat de politie doet op de scholen op het vlak van de verkeerspaedagogiek. Wij hebben daar voor allebei een duidelijke waardering. De heer Kramer is van mening

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1431