25 NOVEMBER 1971 1438 onder druk van het actiecomité uit de Gerardus Majellawijk gehandeld. Dit comité heeft de ellendige toestanden in deze wijk naar voren ge bracht, waarna de raad met het desbetreffende voorstel hierop is inge sprongen. De gemeente zou zelf de nodige financieringsmiddelen moe ten aantrekken en voor l| miljoen gulden zou dekking moeten worden gevonden. Dat voorstel is dus zoals gezegd onder druk in de raad ge komen en één van de argumenten pro was o. a.dat de wijk een orga nisch geheel was, waarbij sprake was van een eigen wijkkarakter. De wijk zou als zodanig gehandhaafd dienen te blijven, zolang er althans geen uitzicht was op vervangende woonruimte. Nu wordt in het inves teringsplan een bedrag genoemd van ca. 1.800.000, --. In de huis vestingsnota komt een wat hoger bedrag voor, maar dat is verdeeld over de jaren 1972 en 1973. Er is van het plan vrij veel afgeknabbeld. Er werd geoordeeld dat 132 woningen zo slecht zijn, dat zij nog maar voor vier jaar kunnen worden opgeknapt. Het is mij nog steeds niet helemaal duidelijk van wie dat oordeel komt: van openbare werken of van de pro vinciale directie volkshuisvesting in Den Bosch. Ik heb echter wel be zwaren tegen de laatste ontwikkeling in het plan. Indien nl. na vier jaar inderdaad blijkt dat de bewoners overgeplaatst kunnen worden, dan zal een gedeelte van die wijk worden gesloopt en is het oorspron kelijk argument dat de wijk als organisch geheel moet worden behou den ontkracht. Bij sloop wordt ernstig afbreuk gedaan aan de leefbaar heid voor de overige wijkbewoners, die daar nog zullen blijven wonen. Zou er na 4 jaar geen vervangende woonruimte kunnen worden gevon den, dan wordt de situatie voor de bewoners van de desbetreffende hui zen weer slecht, omdat deze huizen dan weer dermate verkrot zijn dat de mensen er bijna niet meer in kunnen blijven wonen. In beide ge vallen zie ik het plan als een slechte oplossing, en ik wil de wethouder toch vragen deze zaak nog eens te bekijken en eventueel terug te ko men op het oude voorstel. Ik vind dat de wijkbewoners door deze gang van zaken toch weer te maken hebben met een enigszins vage aange legenheid. Oorspronkelijk is gezegd dat de woningen voor tien jaar zou den worden opgeknapt, terwijl nu uit een klein krantenberichtje blijkt dat een gedeelte van de woningen nog maar vier jaar kan blijven staan. Ik vind het een onduidelijke gang van zaken en ik moet zeggen dat ik het nogal teleurstellend vind. Hetzelfde wil ik eigenlijk zeggen over de wijk Vestkant-Vestingstraat. Hiervoor is voor 1972 en 1973 ook een post uitgetrokken. In september 1970 hebben de raadsleden en het col lege al een brief ontvangen van de mensen uit de Vestingstraat, waarin de slechte toestand van hun woningen duidelijk werd omschreven. Aan deze woningen is tot nu toe nog niets gebeurd. Er is een klein krediet- je van 30. 000, -- beschikbaar gesteld, waarvoor ramen zijn vervan gen, Daarna zijn er weer andere ramen gekomen en in feite is er niets gebeurd. Nu zou er weer een kredietje beschikbaar worden gesteld voor het opknappen van de ramen, maar het totaal is zo slecht dat het ge woon een schande is dat die mensen zelfs deze winter nog in die huizen moeten blijven zitten. Ik weet wel dat de zaken niet zo eenvoudig zijn dat wij kunnen zeggen maar onmiddellijk te zullen beginnen. Toch vind ik al met al, nadat wij nu al meer dan een jaar met deze problematiek te maken hebben, dat er wel op papier iets van terecht is gekomen, maar dat er in de uitvoering toch nog wel heel erg weinig van te merken is. Ik wil de wethouder vragen voorzover dit in zijn vermogen ligt druk op de gang van zaken uit te oefenen. De VOORZITTER: Waarbij wij ons toch aan de afspraak houden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1438