25 NOVEMBER 1971
1440
woongenot natuurlijk bijzonder zou kunnen worden verhoogd. Van de
woningen zou gedurende het gehele jaar een intensiever gebruik kun
nen worden gemaakt en ik meen dat de werkelijke kosten van een der
gelijke centrale verwarmingsinstallatie, waarbij ik denk aan het stoken
met gas, waarschijnlijk toch wel zullen meevallen. Ik meen verder
dat een en ander als een rendabele investering kan worden gezien. Dat
neemt natuurlijk niet weg dat er financieringsmiddelen nodig zullen
zijn. Met het oog op de luchtverontreiniging meen ik verder toch, dat
gasverwarming beter is dan de verwarming met de conventionele mid
delen. Ik begrijp dus wel de moeilijkheid ten aanzien van de financie
ring. Wat de kostenfactor betreft vraag ik mij af of er wellicht een
onderzoek zou kunnen worden ingesteld naar de animo van de bewoners.
Ik zou dan wel willen adviseren dit onderzoek uit te voeren in samen
werking met de woningbouwvereniging, omdat dan een groter aantal
woningen in beschouwing kan worden genomen.
De heer AMERICA: Ik wil graag een punt, dat ik zie als een stuk
je algemene beschouwing bij dit hoofdstuk, aan de orde stellen. Is
dat mogelijk?
De VOORZITTER: In het verleden is een tamelijk soepel beleid
toegepast, dus wat dat betreft is er hier nogal wat mogelijk, maar ik
geloof dat art, 34 van het reglement van orde van toepassing is. Daar
in wordt gesproken over de hoofdstukken, die aan de orde worden ge
steld, en daarna over de onderdelen. Er wordt vermeld: "De leden mo
gen hierbij evenwel slechts die onderwerpen bespreken, welke in schrif
telijke vragen en antwoorden zijn vermeld".
De heer AMERICA: Mijn vraag betreft het volgende. Wij zien
diverse mogelijkheden om iets te doen aan het woningprobleem. Naast
nieuwbouw bestaan de alternatieven renovatie en opknapbeurten. Ik
meen dat hieraan bijzonder veel aandacht wordt besteed. Zou verho
ging van de post onderhoudskosten niet een ander alternatief zijn? Ik
geloof dat deze vraag als zodanig duidelijk bij dit hoofdstuk past. Over
de onderhoudskosten zijn ook vragen gesteld. Is het college met mij
van mening dat het hier gaat om een alternatieve mogelijkheid effec
tief iets aan het woningprobleem te doen. Heel concreet wil ik vragen
of de post onderhoudskosten drastisch verhoogd zou kunnen worden,
teneinde te voorkomen dat huizen die nu nog bewoond zijn verder ver
krotten en eigenlijk pas aan de beurt komen wanneer zij onbewoonbaar
zijn geworden. Ik wil ook nog vragen of het college in dat geval hier
aan een hoge prioriteit zou willen geven, eventueel ten koste van an
dere uitgaven, die jaarlijks in de begroting worden opgenomen.
De VOORZITTER: Ik geloof toch dat wij het met elkaar eens zijn.
Die algemene beschouwingen zijn inderdaad in art. 34 genoemd. Er
is nu wel een spreektijdplanning, maar ik wil toch art. 34 handhaven.
Het gaat dus echt om de vragen, die ook bij de schriftelijke beantwoor
ding aan de orde zijn gesteld.
De heer QUADEKKER: Ik wil graag twee zinnen voorlezen, die
voorafgaan aan de door u aangehaalde zin in art. 34: "Vervolgens wor
den de leden in de gelegenheid gesteld het woord te voeren over de
verschillende hoofdstukken der begroting. Daarbij wordt eerst het hoofd
stuk in zijn algemeenheid en vervolgens in onderdelen behandeld". Die
twee zinsneden heeft u zojuist weggelaten, en toen bent u doorgegaan.